Drinkwater onvoldoende beschermd bij boren naar aardwarmte
Het boren naar aardwarmte, ook wel geothermie genoemd, brengt risico’s met zich mee voor de drinkwatervoorziening. Het kabinet doet te weinig om die risico’s te ondervangen en dat is „zorgwekkend”, schrijft de Algemene Rekenkamer in een rapport.
Aardwarmte speelt een belangrijke rol in de strijd tegen klimaatverandering. Warmtepompen, die warm en zout water oppompen van een diepte tot 2 à 3 kilometer, moeten op termijn gasgestookte warmtebronnen gaan vervangen. Maar daarbij worden ondiepere aardlagen doorboord waar zich belangrijke watervoorraden bevinden.
Geothermiebuizen kunnen gaan roesten en daardoor ook gaan lekken. Daardoor kan zout water, dat bovendien vervuild is met chemicaliën, weglekken naar de zoetwaterlagen waaruit drinkwater wordt gewonnen. Daarnaast kunnen verontreinigingen in het grondwater zich mogelijk makkelijker verspreiden.
Hoewel niet bekend is of zulke incidenten zich al hebben voorgedaan, spreekt de Rekenkamer van een „reëel risico”. Ook de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) noemt het risico „aanzienlijk” dat door geothermie zoet en zout water met elkaar vermengd raken.
De ministers van Economische Zaken en Infrastructuur laten in een reactie weten dat zij al werken aan verbetering van het geothermiebeleid. De Rekenkamer vindt evenwel dat zij „de urgentie van het probleem en het belang van meer centrale regie onvoldoende inzien”, en daarmee voorbijgaan aan problemen die zich nu al in de praktijk voordoen.