Cultuur & boeken

Een oude man vertelt over vroeger

Titel:

Tjerk de Reus
17 November 2004 08:02Gewijzigd op 14 November 2020 01:53

”Zonsverduistering”
Auteur: György Konrád
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2004
ISBN 90 234 1291 5
Pagina’s: 400
Prijs: € 23,50. György Konrád is vooral een boeiend schrijver vanwege de bijzondere omstandigheid waarin hij leefde, werkte en schreef: in onvrijheid. Hij leefde en leeft nog steeds in Hongarije, waar hij als kind de Duitse bezetting meemaakte en als volwassene de communistische ’heilstaat’. In zijn autobiografie laat hij zien hoe hij overleefde, hoe hij een kijk ontwikkelde op de mens, de samenleving en zichzelf.

Ooit had György Konrád (1933) een pistool in handen, maar hij schoot er niet mee en begroef het later op een verlaten plek. Dat is tekenend. Konrád zocht graag de rust op, ging het liefst iedere morgen in zijn achtertuin zitten: de pen bij de hand, een beetje nadenken en genieten van de omgeving. Hij was en is typisch een man die een ’onbewogen’, rustig leven zou leiden - onder normale omstandigheden althans.

Maar ’normaal’ is het in Hongarije in de twintigste eeuw nauwelijks geweest. Het naoorlogse Hongaarse regiem zag Konrád als een staatsgevaarlijk individu. Hij werd zoals velen afgeluisterd. Geregeld stond de politie op de stoep en als hij een afspraak met iemand had in een café, zaten er negen van de tien keer ook vertegenwoordigers van de geheime politie in hetzelfde café.

Wat maakte Konrád tot zo’n gevaarlijk individu? Vooral dit: Konrád liet zich niet het hoofd op hol brengen door het totalitaire, communistische regiem. Hij ging niet, zoals veel landgenoten aanvankelijk, mee in de socialistische droom van een klassenloze maatschappij. Konrád hield afstand; hij was en is een onafhankelijke geest.

Daarom hoorde hij ook niet bij degenen die de hoop verloren en het liefst het land uitvluchtten. Konrád kreeg diverse malen de gelegenheid om naar West-Europa te vertrekken. Maar hij bleef. Ook toen familieleden het plan opvatten om op illegale wijze het land te ontvluchten: „Ik ben niet meegegaan, ik zei dat het niet meer zo beroerd kon worden als het geweest was, ik zou het uithouden, ik was hier in Boedapest duurzamer dan al die regeringshoofden. Ik wilde niet meezwemmen in die stroom, maar wilde weten wat er hier zou gaan gebeuren, hier in deze straten. Ik wilde me niet losscheuren uit dit eenmaal begonnen en niet meer te voltooien verhaal.”

Er waren wel meer mensen die aanvankelijk met alle geweld weg wilden, maar toch bleven: „(…) degenen die weg wilden hadden in de vertrouwde sfeer van hun woning begrepen dat ze niet weg zouden gaan en dat ze het vak van gelukkig worden hier zouden moeten leren.” Zo’n relativerend zinnetje is typerend voor Konrád: je zult het ”vak van gelukkig worden” híér moeten leren. Want menszijn betekent altijd geconfronteerd worden met tekorten.

Kritische distantie
Het literaire oeuvre van Konrád is grotendeels in het Nederlands vertaald: ”De bezoeker” (1969), ”De medeplichtige” (1978), ”Tuinfeest” (1989), ”Geluk” (2001). Zijn nieuwe boek, waaruit bovenstaande citaten afkomstig zijn, is een vervolg op ”Geluk”. In dat boek beschreef Konrád zijn jeugdjaren, specifiek de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Konráds herinneringen in ”Zonsverduistering” beginnen met de tijd ná de oorlog. Het gezin werd herenigd, de schoolperiode brak aan voor de jonge György.

Gaandeweg het boek ontstaat een beeld van zijn leven in de communistische maatschappij, zijn vele baantjes, zijn schrijverij, zijn kritische distantie ten opzichte van de machthebbers. Konrád houdt de chronologie niet heel stevig vast in dit boek, omdat hij graag uitweidt, zijn overpeinzingen ten beste geeft en nogal eens diepgaand reflecteert op wat er allemaal gaande is.

Dat geeft een heel natuurlijk karakter aan deze autobiografie: een oude man vertelt over vroeger, soms springend van de hak op de tak. Maar het is niet de eerste de beste oude man. Het is een man die scherp gezien heeft hoe een maatschappij waarin men niet vrij is ten diepste ontmenselijkt: „Een toegestane normaliteit heeft alle kenmerken in zich van een neurose. Gezond is wie vrij is. Ziek is wie afhankelijk is. De gezonde bestiert zichzelf, de zieke wordt door anderen bestierd. De zieke kan niet voor zichzelf zorgen, hij kan niet op eigen benen staan, kan geen beslissingen nemen en ziet niet wat er is, maar wat hij graag zou willen zien of waar hij bang voor is.”

Religieus besef
Konrád schrijft in deze autobiografie over zijn werk, zijn ideeën, over zijn liefdes. Hij had diverse vrouwen, duidt seksuele aspecten van deze verhoudingen onverhuld aan. Konrád kent hier geen taboe, dat voor lezers wel gelden kan. Ook heeft Konrád een eigenzinnig religieus besef. Hoewel hij jood is, zegt het Oude Testament hem niets, althans niet zoals het voor christenen en orthodoxe joden gezaghebbend is. Wel valt het op dat in Konráds reflecties God en een bovenzinnelijke werkelijkheid met regelmaat aangeduid en besproken worden.

Maar groter in getal zijn de politieke bespiegelingen. Bijvoorbeeld over de vrijheid van de westerse maatschappij. Zou dat werkelijk gelukkig maken? Een algehele slapte kan juist gemakkelijk optreden in een land waarin alles mag en alles kan. De honger naar vrijheid was vanzelfsprekend groot in het Oostblok. Maar de gezapigheid van het Westen is ook niet alles, oordeelt Konrád.

Juist in een maatschappij waar alles mogelijk is, verdwijnt ook het ”eelt op de ziel”, het mentale en fysieke uithoudingsvermogen. „Hoe rijker en ontwikkelder een land is, des te eerder komt het de zwakheid tegemoet. Dat bestendigt bij de mensen een angstiger, afhankelijker en kinderlijker verhouding tot wat er met hun lichaam en hun geest gebeurt, tot de praktijk van hun sterfelijkheid, tot hun ziekten, angsten en hun verdriet. Ze raken in paniek van de voortekenen van een natuurlijke dood, ze zijn niet gehard tegen problemen en smarten. Is er iets niet helemaal in orde, dan voelen ze zich onwel. Ook al strekt zich tussen het niet lekker voelen en het zich onwel voelen de zone uit die het grootste deel van het leven beslaat.”

Zo zijn er vele overpeinzingen die de moeite waard zijn. Ze zijn ingebed in het politieke, historische kader van Konráds leven in Hongarije, maar hebben westerlingen anno 2004 heel wat te zeggen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer