Drie jaar cel en tbs met dwang voor doodsteken van echtgenote
De echtgenoot van de doodgestoken Justina (36) uit Rotterdam is veroordeeld tot drie jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. Dat is hoger dan de eis van het Openbaar Ministerie, dat alleen om de tbs had gevraagd.
Het drama gebeurde op zaterdagochtend 29 augustus 2019 in een bovenwoning in de Insulindestraat. In bijzijn van hun dochters van 3, 5 en 7 jaar draaide D. de ouderlijke slaapkamer op slot. Daar bracht hij zijn vrouw om het leven met een groentemes dat hij even daarvoor uit de keukenla had gehaald en in zijn zak had gestopt.
De kinderen hoorden „een bang geluid” van hun moeder, waarna het stil werd in de kamer. Onder de deur door zagen ze bloed en een mes. Toen bovenburen de meisjes bij de voordeur zagen zitten, waarschuwde de oudste „dat er wat mis was met papa en mama”.
De politie trof de vrouw dood aan. Daniel D. lag er zwaargewond naast met het mes in zijn keel. Hij overleefde de zelfmoordpoging en werd vervolgd. Het Openbaar Ministerie achtte moord niet bewezen, wel doodslag. Vanwege zijn ziekte vroeg de officier tijdens het proces al om D. ontoerekeningsvatbaar te verklaren en tbs met dwang op te leggen.
Die eis volgde de rechtbank niet helemaal. Hoewel D. wel psychisch ziek is, vonden de rechters dat het doden van zijn vrouw niet volledig kon worden toegeschreven aan zijn paranoïde en schizofrene gedrag.
De rechters wezen daarbij dinsdag op „het bredere beloop van de stoornis”, waarbij volgens onderzoekers van het Pieter Baan Centrum nooit sprake is geweest van enige agressie. Daarom is drie jaar celstraf naast de tbs op zijn plaats voor het doodsteken en wurgen van zijn vrouw, aldus de rechters.
Aan de drie dochters moet D. ieder 20.000 euro schadevergoeding betalen vanwege zogeheten affectieschade. De kinderen zitten sinds het drama in een pleeggezin. „Ze zullen diepe sporen van dit onverwachte en te vroege verlies met zich mee moeten dragen”, stelt de rechtbank.