’Balkenende moet regierol op zich nemen’
Alsof premier Balkenende het al niet druk genoeg heeft. Toch verlangen diverse betrokkenen bij de discussie over het gebrek aan innovatie in Nederland een actievere rol van de CDA–voorman. „Balkenende moet nu een regierol op zich nemen", stelt Sylvia Roelofs van belangenbehartiger Nederland–ICT.
SER–voorzitter Wijffels gaf dinsdag de voorzet met voorstellen die moeten leiden tot „een dynamischere kenniseconomie" in Nederland. Zijn Innovatieplatform is meer dan een jaar beziggeweest met het inventariseren van de problemen. „We moeten nu keuzes maken", zegt directeur Michel van der Bel van Microsoft Nederland. „Je kan wel duizend bloemen laten bloeien, maar het gaat erom dat je die ideeën eruit pikt die op grote schaal gebruikt kunnen worden."
VNO–NCW vindt dat 2005 in het teken moet staan van actie en oogsten. De diagnose heeft lang geduurd, aldus de werkgeversorganisatie. Vaart is daarom geboden.
Wijffels’ werk wordt desalniettemin alom geprezen. De conclusies zijn hard, maar krijgen bijval. „Het gevoel van noodzaak is goed overgekomen", gelooft Roelofs van Nederland–ICT, dat de belangen van de technologiesector behartigt. „De intentie is goed. We moeten niet in een aarzelend klimaat blijven opereren", meent Van der Bel. „Bij Microsoft maken we ook duidelijke keuzes. Die resulteren ook daadwerkelijk in progressie."
De tijd van scepsis is voorbij, aldus Van der Bel. Eerder dit jaar leverde de Nederlandse technologiesector nog flink wat kritiek op de werkzaamheden van het Innovatieplatform, omdat het allemaal niet snel genoeg ging en iedereen maar bleef praten over zijn stokpaardjes. ICT speelde bovendien een ondergeschikte rol, maar die plooien zijn volgens Van der Bel inmiddels gladgestreken. „Er staat in februari zelfs een bijeenkomst gepland die helemaal over ICT–zaken zal gaan."
Toch is er nog veel te doen, voordat het door Wijffels gewenste Innovatieakkoord op tafel ligt, beseffen Van der Bel en Roelofs. Voorstellen voor duidelijke afspraken zijn er nog niet. Hetzelfde geldt voor een invulling van de investeringen die nodig zijn om de kenniseconomie een duw in de rug te geven.
Ook moet de samenwerking die Wijffels voorziet tussen overheid, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven gestalte krijgen. De SER–voorzitter pleit daarbij voor ’informatieclusters’ voor kansrijke sectoren, zoals voeding, bloemen, techniek en de entertainmentindustrie. Mogelijkheden zijn er volop, aldus Roelofs. „Nederland is een prachtig proefgebied. De polderpartijen zijn dicht bij elkaar. Daarbij is alleen daadkracht vereist." „Als wij de kans nu niet grijpen, schieten we onszelf in de voet", aldus Van der Bel.