Olffers had voor de actie vorige week al het idee dat er iets moest gebeuren in de wijk. „Ik kreeg signalen van allochtone en autochtone bewoners dat ze niet wisten hoe ze met de situatie moesten omgaan na de moord op Theo van Gogh. De sfeer was erg veranderd. Een Marokkaanse vriendin kwam huilend bij mij over de vloer omdat ze niet aan haar kind kon uitleggen waarom Van Gogh vermoord was", zei hij woensdag.

Olffers schreef het weekeinde voor de inval een brief aan de regering om zijn bezorgdheid te uiten. Ook nodigde hij politie, gemeente en een aantal Hindoestaanse, Turkse, Marokkaanse en Nederlandse groeperingen uit voor een bijeenkomst om te praten over de problemen. „Het is wel heel opmerkelijk dat dan een paar dagen later zoiets gebeurt", duidt de voorzitter op de urenlange belegering van het pand met de verdachten.

Om de saamhorigheid in de wijk te vergroten, is donderdagavond een bijeenkomst voor bewoners van de Antheunisstraat gepland. „We gaan een straatcommissie samenstellen, een kinderfeest houden, maar ook dingen voor ouderen organiseren, zoals een kerstontbijt."

Volgens Olffers kent elke wijk zo zijn problemen. „Het enige grote probleem in Laak zijn de huisjesmelkers. Die verhuren niet per huis, maar per matras. Je weet dan nooit hoeveel en wat voor mensen in een huis zitten."

Vooral zeer oude en erg jonge bewoners van de wijk hebben volgens Olffers nog last van de politie–inval van vorige week. „Moet je voorstellen dat je 93 jaar bent en slechthorend, en dat je ’s nachts je huis uit moet." Een aantal mensen krijgt steun van Slachtofferhulp.