Onduidelijkheid na verkiezingen Oekraïne
De zondag gehouden parlementsverkiezingen in Oekraïne hebben geen duidelijke winnaar opgeleverd.
De partij van de pro-westerse oud-premier Viktor Joesjtsjenko kreeg met 23,5 procent de meeste stemmen, gevolgd door de Communistische Partij, die tweede werd met 20 procent. De partij van president Leonid Koetsjma eindigde met 12 procent op de derde plaats, maar krijgt door het districtenstelsel een onevenredig groot aantal afgevaardigden in het parlement.
Om de situatie nog onduidelijker te maken zeiden twee partijen de uitslag te betwisten. De partij van Joesjtsjenko, Ons Oekraïne, zei volgens een eigen telling 25 procent te hebben gekregen. Ook het tegen Koetsjma gerichte blok van voormalig vice-premier Julia Tymosjenko was zelf aan het tellen geslagen en kwam op 12 tot 15 procent, in plaats van de 7,2 procent van de officiële uitslag. De partij van de president, Voor een Verenigd Oekraïne, zou volgens de alternatieve tellingen niet 12 maar 11 procent hebben gehaald.
Internationale waarnemers zeiden dat de omstandigheden waaronder campagne moest worden gevoerd, duidelijk in het voordeel waren geweest van de federale en de lokale autoriteiten. Voor een Verenigd Oekraïne zou hiervan het meest hebben geprofiteerd. Verder werd melding gemaakt van talloze schendingen van de regels, hoewel de voorzitter van de centrale kiescommissie volhield dat de onregelmatigheden geen effect hadden op de einduitslag. Premier Anatolij Kinach, een kandidaat van Koetsjma’s partij, verdedigde gisteren de uitslag, die volgens hem de wil van het Oekraïense volk weerspiegelt.
Slechts de helft van het 450 zetels tellende parlement, de Verchovna Rada, wordt gekozen volgens het principe van evenredige vertegenwoordiging. De andere helft wordt rechtstreeks gekozen in districten waarin kandidaten van Koetsjma’s partij de overhand hebben. De partij van Joesjtsjenko komt waarschijnlijk op 110 zetels, die van Koetsjma op 105 en de communisten komen op 66.
Tymosjenko concludeerde dat de chaos in het parlement en de landelijke politiek door de verkiezingen niet is verdwenen. Zij benadrukte dat de verkiezingsuitslag is vervalst, maar niet in de mate waarin dat was gevreesd. Zij zei dat de aanhang van Koetsjma een „rampzalig verlies” heeft geleden.
De verkiezingen worden gezien als een lakmoesproef voor de populariteit van de president, die de natie van 49 miljoen acht jaar lang veelal met ijzeren hand regeerde. Koetsjma kan zich volgens de grondwet na twee termijnen niet opnieuw kandidaat stellen voor de presidentsverkiezing van 2004, maar zou zelf een opvolger kunnen aanwijzen of de grondwet kunnen veranderen. Voor dat laatste heeft hij dan wel een tweederde meerderheid in het parlement nodig.
De uitslag weerspiegelt de diepe verdeeldheid in Oekraïne over de koers die het land ruim een decennium na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie moet varen. Centraal in het debat staat de vraag of de banden met Moskou nog verder moeten worden aangehaald of dat toenadering moet worden gezocht tot de Europese Unie en het Westen.