Transparantie niet altijd mogelijk door ambtsgeheim
Soms knelt het ambtsgeheim van een predikant. Hij weet zich gebonden aan zijn plicht te zwijgen, terwijl er een dringende noodzaakt (b)lijkt te zijn om te spreken. Dat dilemma is groot bij bijvoorbeeld misbruikzaken, bij (dreigende) moordaanslagen. Moet je als predikant het geheim bewaren? Of ben je verplicht het te delen met autoriteiten om erger te voorkomen?
Hoewel het niet een nieuw thema is, wordt het de laatste decennia wel nadrukkelijker bediscussieerd. Deels omdat, naar het zich laat aanzien, er tegenwoordig meer dan voorheen gevallen van bijvoorbeeld misbruik aan het licht komen. Een indicatie daarvoor is dat de (kerkelijke) meldpunten voor misbruik nog maar van recente datum zijn.
Voor een ander deel komt dat omdat de druk op ambtsdragers om informatie te delen van de zijde van overheids- of hulpverleningsinstanties groter wordt. Een predikant die door de uitoefening van zijn ambt kennis heeft van strafbare feiten kan zich nog steeds beroepen op zijn verschoningsrecht en dus zwijgen. Maar in discussies tussen juristen en in de politiek valt te constateren dat hier steeds meer vraagtekens bij worden gezet.
Er is echter nog een derde factor waardoor het ambtsgeheim onder druk dreigt te staan. In de samenleving is een sterke roep om transparantie. Alles moet openbaar besproken worden. Wie, om wat voor reden dan ook, zegt niet alles te kunnen delen, is bij voorbaat verdacht. Het argument dat openbaarmaking van een zaak schadelijk is voor mensen of voor een zakelijk proces, overtuigt kennelijk steeds minder.
Die discussie speelt in de politiek. Ze speelt soms in het bedrijfsleven. Wanneer bijvoorbeeld maatregelen rond een werknemer worden genomen, willen collega’s vaak precies weten wat er met de bewuste collega aan de hand is. Die aandrang wordt niet minder als de directie of de betrokken medewerker zegt dat het beter is te zwijgen.
Dit speelt echter ook in de kerken. Daar klinkt het geluid steeds sterker dat kerkenraden of predikanten opening van zaken moeten geven. Voorbeeld? Men bevraagt de kerkenraad waarom deze iemand niet kandidaat stelt. Een vraag waarop een kerkenraadslid soms geen antwoord kan geven.
Deze ontwikkeling komt niet alleen voort uit behoefte aan openheid maar heeft ook veel te maken met het tanende gezag. In het verleden hadden ambtsdragers grote autoriteit. Dat ging niet altijd goed. Soms gingen ze hun boekje te buiten. Ze regeerden als ongeremde heersers.
Vandaag de dag lijkt het er echter soms op dat ambtsdragers primair verantwoording moeten afleggen aan de gemeente, zoals het kabinet aan de Tweede Kamer. Die gedachtegang is gebaseerd op een denkfout. Ambtsdragers zijn weliswaar door de gemeente gekozen, maar hebben hun gezag en hun opdracht gekregen van Hogerhand. Tegenover hun Meester moeten zij zich verantwoorden en volstrekt transparant zijn. Als het gaat om de gemeente, dan is soms zwijgen meer gepast dan spreken.