’Na sociaal akkoord onderhandelen over innovatieakkoord’
De overheid, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven moeten met elkaar om de tafel gaan zitten om het gebrek aan innovatie in Nederland gezamenlijk aan te pakken. Dit bepleit SER–voorzitter Herman Wijffels, prominent lid van het Innovatieplatform dat door premier Balkenende is ingesteld om van Nederland een dynamische kenniseconomie te maken.
„Nu de problemen van onze verzorgingsstaat in het sociaal akkoord worden aangepakt, is het tijd om te werken aan de echte vernieuwingsagenda", zo stelt Wijffels in een toelichting op de visie die zijn platform dinsdag presenteerde. Daarbij zijn „forse investeringen" nodig, zowel vanuit de overheid als vanuit de ondernemingen, om een koppositie in Europa te bewerkstelligen.Het Innovatieplatform meent dat alle betrokken partijen volgend najaar al op een lijn moeten zitten. Gestreefd wordt naar een equivalent van het befaamde akkoord van Wassenaar uit 1982, waarin de sociale partners loonmatiging afspraken om de economie uit het slop te halen.
Naast meer investeringen moeten in het zogenoemde Innnovatieakkoord afspraken staan over organisatorische en institutionele vernieuwing en over meer publiek–private samenwerking.
Concrete voorstellen ontbreken echter nog. Het rapport dat de visie van het Innovatieplatform ondersteunt, somt vooral tekortkomingen op van het Nederlandse kennis– en innovatiesysteem. Deze bestaan onder meer uit lage investeringen in onderwijs en onderzoek in vergelijking met buurlanden als België en Duitsland, veel uitval in het beroepsonderwijs en een gebrek aan durf om te ondernemen.
De mogelijkheden voor een echte kenniseconomie zijn er volop, aldus het Innovatieplatform. De „excellente wetenschappelijke prestaties" worden echter niet omgezet in maatschappelijke toepassingen, een klacht die ook vanuit het bedrijfsleven hoorbaar is.