‘Weinig verandering in aanpak seksueel geweld tegen kinderen’
De aanpak van daders van seksueel geweld tegen kinderen schiet niet op. In de maandag verschenen Dadermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2015-2019 wordt vastgesteld dat er de afgelopen jaren weinig is veranderd in die aanpak. „De aanpak lijkt niet mee te bewegen met de problematiek”, zegt Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
„Er zijn veel jonge daders, de doorlooptijden zijn te lang en het voorkomen van daderschap of herhaald daderschap lukt nog steeds onvoldoende”, aldus Bolhaar, ondanks „aangescherpt beleid en inzet van diverse partijen”.
Bolhaar benadrukt de noodzaak van meer actie en ruimte voor maatwerk. „Een aanpak heeft pas impact als die aansluit op de kenmerken van de daders en slachtoffers, en het steeds ontwikkelende fenomeen van seksueel geweld tegen kinderen. Het is complex en hybride en daarmee is de oplossing niet eenduidig.” Volgens Bolhaar is maatwerk nodig, omdat er niet één type dader, één type slachtoffer en één type misdrijf is.
Recente rapportages van de Nationaal Rapporteur schetsen telkens hetzelfde beeld: er zijn veel jonge slachtoffers en daders, zowel van mensenhandel als seksueel geweld tegen kinderen. Uit de jongste monitor blijkt dat meer dan een kwart van alle daders minderjarig is. Inzetten op preventie is belangrijker dan ooit, aldus de Nationaal Rapporteur, met structurele aandacht voor bewustwording. Daarbij ligt de nadruk op het vroeg leren praten over seksualiteit, gewenste omgangsvormen en grenzen, met een centrale rol voor de (online) leefwereld van jongeren.
De afwikkeling van strafzaken duurt steeds langer. In 2019 duurde het gemiddeld 417 dagen tot er een vonnis van de rechter was, vanaf het moment dat een zaak bij het Openbaar Ministerie binnenkwam. In 2015 was dit 359 dagen. Zo’n lange doorlooptijd maakt het herstel voor slachtoffers nog lastiger dan het al is, aldus de Nationaal Rapporteur. Een snelle afronding is goed voor de aangiftebereidheid én voor de effectiviteit van de straf van jonge daders.
Bolhaar vraagt het volgende kabinet om beleid om te zetten in „daadkracht en uitvoering”, met intensieve samenwerking tussen het Rijk, de regio’s en gemeenten. „Deze ingewikkelde problematiek is niet op te lossen met een optelsom van vluchtige nieuwe ideeën. Het gaat om verdieping, expertise, vasthoudendheid en lerend vermogen. De aanpak vraagt om een lange adem.”