EU-rekenkamer vernietigend over grenswacht Frontex
De Europese grens- en kustwacht Frontex is niet in staat effectief de illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit aan de Europese buitengrenzen te bestrijden. Ook is het agentschap onvoldoende voorbereid op nieuwe opdrachten, zoals ondersteuning bij het terugsturen van illegale migranten naar hun thuisland, constateert de Europese Rekenkamer in een vernietigend rapport.
De controleurs hebben verder kritiek op het huishoudboekje van het in Warschau gevestigde agentschap. Er is geen informatie over de werkelijke kosten van zijn operaties en de organisatie analyseert zelden zijn prestaties of de impact van zijn activiteiten. De laatste externe evaluatie van Frontex werd in juli 2015 gepubliceerd. De rekenkamer beveelt Frontex aan zo snel mogelijk „het huis op orde” te brengen.
„De taken van Frontex aan de buitengrenzen van de EU zijn van essentieel belang voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en illegale immigratie”, zegt Leo Brincat van de rekenkamer. „Frontex voert deze taken op dit moment echter niet doeltreffend uit. Dit is met name zorgwekkend omdat Frontex extra verantwoordelijkheden krijgt toegewezen.”
Frontex werd in 2004 opgericht voor de migratiebeheersing in de EU. In 2016 werd de organisatie omgevormd vanwege de toenemende migratiestromen naar Europa. De taken werden uitgebreid met ondersteuning van de lidstaten bij de bewaking van de grenzen en de strijd tegen mensenhandel en migrantensmokkel. In 2019 gaven de EU-landen groen licht voor verdere uitbreiding van de bevoegdheden van de dienst, zodat die een coördinerende rol kan spelen bij het terugsturen van mensen die geen recht hebben op verblijf in Europa.
Daarvoor moet Frontex uiterlijk in 2027 over 10.000 operationele personeelsleden beschikken, terwijl er in 2019 nog maar 750 in dienst waren. De toegekende begroting is van 19 miljoen euro in 2006 naar 460 miljoen euro in 2020 opgetrokken. Desondanks is de ondersteuning van Frontex aan de EU-landen „onvoldoende effectief”, stelt Brincat, maar dat is niet altijd alleen de schuld van de grens- en kustwacht van de EU. Er schort ook het een en ander aan up-to-date-informatie vanuit de lidstaten om de grenzen goed in de gaten te kunnen houden vanuit bijvoorbeeld de lucht en zo nodig te reageren op grote stromen asielzoekers. Volgens Poolse en Italiaanse grens- en kustwachten is er „onvoldoende synergie” tussen de nationale diensten en Frontex.
Frontex en zijn directeur Fabrice Leggeri liggen al een tijdje onder vuur. De dienst wordt door verschillende media ervan beschuldigd meermaals te hebben weggekeken of zelfs een aandeel te hebben gehad in zogeheten ‘pushbacks’ op zee tussen Griekenland en Turkije. Daarbij zou de Griekse kustwacht op gewelddadige wijze boten met migranten en vluchtelingen hebben teruggestuurd. Ook zouden EU-grenswachters in Hongarije zijn geconfronteerd met misstanden rond asielzoekers, zonder in te grijpen. Frontex heeft na intern onderzoek geen bewijzen van schending van mensenrechten gevonden. Rekenkamerlid Brincat wil niet reageren op die aantijgingen.
Een woordvoerder van Frontex zegt dat de organisatie de afgelopen jaren „een enorme transformatie” heeft ondergaan die een uitdaging zou zijn voor elke organisatie, zeker in coronatijd. „Maar wij zijn vastbesloten om te leveren en de EU-landen te steunen met het beheer van de grenzen. We zijn ons ervan bewust dat verbeteringen nodig zijn en werken er hard aan om het agentschap sterker en efficiënter te maken.” Hij wijst erop dat de dienst afhankelijk is van veel externe factoren, zoals medewerking van de nationale autoriteiten en ondersteuning van de Europese Commissie, het dagelijks EU-bestuur.