Opschudding in energielabelland laat koelkast koud
Ooit waren wasmachine, kookplaat en koelkast de zuinigste in hun soort. Maar van de ene op de andere dag dalen ze aanzienlijk op de duurzaamheidsladder. Flauwe grap of goede zet?
Ze staan gebroederlijk naast elkaar: de wasmachine en de wasdroger, allebei met energielabel A+. Al jaren dragen ze trouw hun steentje bij aan het huishouden, en nog nooit viel er iets te klagen. Nou ja, tenzij de stroom het op een onverwacht moment voor gezien hield natuurlijk. Dan hulde het witgoed zich –net als alle andere huishoudelijke apparaten– in een hulpeloos stilzwijgen. Geen enkele frustratie kon ze in beweging zetten. Maar verder danste de wasmachine steevast naar het pijpen van zijn eigenaar. Die kon er dan ook geen onvertogen woord over horen. Ging er al eens iets mis, zoals wanneer er onbedoeld een sleutelbos werd mee gewassen, met gaten in het wasgoed tot gevolg, dan restte niets dan zelfverwijt.
De tevredenheid over wasmachine en wasdroger had, naast de trouwe dienst, nog een belangrijke pijler. Beide apparaten kregen na inspectie door de fabrikant energielabel A+, op dat moment het toppunt van duurzaamheid. Qua water- en energieverbruik viel er dan ook weinig op ze aan te merken.
En, om eerlijk te zijn, is dat nog steeds zo. Maar er veranderde iets. Van de ene op de andere dag transformeerden de apparaten van milieubewuste hulpen in de huishouding in klimaat belastende energievreters – en met hen de koelkast, de afzuigkap en de kookplaat. Wat gebeurde er?
Omslag
De omslag kwam in de nacht van 28 februari op 1 maart. Toen veranderden opeens de criteria waaraan een apparaat moet voldoen om in aanmerking te komen voor een energielabel. Jarenlang produceerden fabrikanten van witgoed en andere huishoudelijke apparaten hun producten volgens een rijtje met wensen en –vooral– eisen om hun apparaten zo energiezuinig mogelijk te maken. Want hoe minder energie zo’n apparaat verbruikt, hoe hoger het energielabel van het apparaat wordt. Dat willen fabrikanten en consumenten nu eenmaal graag – sterker nog, het energielabel is wettelijk verplicht. Een goed energielabel betekent immers dat een apparaat milieuvriendelijk en goedkoop in gebruik is.
Energiesticker
Zo komt het dat kopers van apparaten sinds een jaar of tien op nagenoeg elk apparaat in de showroom een enorme sticker zien waarop in koeienletters staat aangegeven hoe energiezuinig het apparaat is. Blijkt een koelkast –in theorie– een enorme energieslurper, dan kan hij zomaar het predicaat F krijgen. De donkeroranje kleur op een kleurenschaal van donkergroen tot helderrood laat in één oogopslag zien dat het apparaat zich diep in de gevarenzone bevindt. Al kan het altijd erger: er zijn ook apparaten die een G scoren.
Het aantal apparaten met zo’n lage energiescore neemt echter geleidelijk af. De animo onder consumenten voor dat type grootverbruikers daalt. Bovendien slagen fabrikanten er continu in om hun apparaten efficiënter, stiller en zuiniger te maken, waardoor ze een hoger energielabel mogen voeren. Zo komen er steeds meer apparaten met energielabel A op de markt. Zo veel zelfs dat fabrikanten zich actief gaan inzetten om de criteria –afkomstig van de Europese Unie– te overtreffen. Want hoe kun je je onderscheiden als alle concurrenten inmiddels op A-niveau produceren? Zo ontstaan er geleidelijk aan nieuwe niveaus: eerst A+, daarna A++ en ten slotte A+++. Daarmee neemt de waarde van het oude energielabel af. Want feitelijk is energielabel A pas het begin.
Zo ontstond de behoefte aan een nieuw energielabel, dat recht doet aan de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Het kwam er, in het holst van de nacht. En al slaapt er niemand minder om, een opschudding is het zeker. Want al die veranderingen maken van energielabel A het nieuwe D. Apparaten die vroeger energielabel G droegen verdwijnen zelfs helemaal van de energiezuinigheidsladder: voor hen is er in het nieuwe duurzaamheidsuniversum geen ruimte meer.
Toch verandert er voor bestaande huishoudelijke apparatuur niets. Zij blijven even zuinig draaien als voorheen, al tuimelen ze op de ladder misschien een heel aantal treden omlaag. Toch krijgen juist die apparaten nu etiket van ‘energieslurper’ opgeplakt. Hoe zit dat?
Markt in beweging
De verandering van status laat de koelkast koud – en dat is maar beter ook. Het nieuwe energielabel moet namelijk vooral de consument dienen. Want hoe zuinig een apparaat ook was, in de strijd om de milieudoelen van de Europese Unie valt er altijd wel winst te boeken. ”Kaizen”, noemen ze dat in Japan: veranderen naar beter.
En als de technologie inmiddels zo is ontwikkeld dat alle apparaten zich moeiteloos aan de top weten te plaatsen, moet je nog eens goed naar de criteria kijken. Door die aan te scherpen, komt de markt weer in beweging, zodat er voor consumenten weer iets te kiezen valt.
Dat hoeft dus helemaal niet nadelig te zijn. Want een efficiënter apparaat is beter voor het milieu én voor de portemonnee van de klant. Al zit de kracht van een nieuwe energielabel ’m vooral in de toekomstgerichtheid: het heeft geen enkele zin om een bestaand apparaat langs de maatschappelijke meetlat te leggen en op basis van nieuwe criteria af te waarderen, al is juist dát helemaal van deze tijd. Het label heeft, kortom, alleen zin voor consumenten die een nieuw apparaat moeten kopen.
Al kunnen zij met de kennis dat een wasmachine met certificaat C enkele maanden geleden nog tot de top behoorde evengoed een ‘minder zuinig’ apparaat in huis halen – het verschil voelen ze in elk geval in hun portemonnee.
Ondertussen blijven fabrikanten streven naar de top. Dus verschijnen alweer de eerste apparaten die de criteria overtreffen. Het is dus een kwestie van tijd tot de criteria opnieuw worden aangescherpt. Maar eerst volgt het energielabel voor lampen: die moeten er op 1 september 2021 aan geloven. De wijze lezer bereide ze alvast voor…