MKB wil af van vaste werkweek
MKB-Nederland wil af van een vaste 36- of 38-urige werkweek. Ook ziet de organisatie voor middelgrote en kleine bedrijven niets in het opnieuw invoeren van de veertigurige werkweek. Ondernemers hebben meer behoefte aan flexibiliteit, zo bleek gisteren tijdens het jaarcongres van MKB-Nederland in Scheveningen.
In veel sectoren is het gewenst dat er tijdens piekperiodes langer, en op momenten dat het minder druk is korter wordt gewerkt. „De vakbonden moeten bij de CAO-onderhandelingen meer oog hebben voor de ontwikkelingen in de bedrijfstak en minder krampachtig vasthouden aan de centraal vastgestelde arbeidsvoorwaardennota’s van de vakcentrales”, zo zei MKB-voorzitter L. Hermans gisteren.
Hij sprak van „een simpele en oude boerenwijsheid: Hooien als de zon schijnt. Iemand die ijs verkoopt heeft het in de zomer nu eenmaal drukker dan in de winter.” Andere voorbeelden van bedrijfstakken waarvoor de vaste werkweken nu een belemmering vormen, zijn volgens hem de uitgaanswereld, de sport- en recreatiesector en de winkelbranche.
De herinvoering van de veertigurige werkweek, zoals die wordt voorgesteld door werkgeversorganisatie VNO-NCW, is volgens Hermans geen oplossing. „Dat leidt tot een nieuw, misschien wat ruimer keurslijf waarin de mogelijkheden om te ondernemen nog steeds worden beperkt.” Hij bekritiseerde de starre onderhandelingen van de vakbonden. „Die worden gekenmerkt door de creativiteit van een kopieermachine in plaats van door maatwerk en diversiteit.”
MKB-Nederland wil in CAO’s afspraken maken over het maximumaantal uren dat in een jaar gemaakt kan worden. „Bijvoorbeeld dat er op jaarbasis 1800 uur gewerkt kan worden. Dat is omgerekend gemiddeld veertig uur per week, maar zonder een verplichting, zodat in drukke tijden het misschien een keer 46 uur is en in slappe tijden 31 uur”, zo rekende Hermans voor. In dat geval is het wat hem betreft ook afgelopen met de toeslagen die nu worden betaald voor extra uren die ’s avonds en tijdens weekenden worden gemaakt. „Dergelijke regelingen stammen uit de tijd van de mannelijke kostwinner die acht uur werkt, acht uur rust en acht uur slaapt.”
De flexibiliteit dient zich volgens MKB-Nederland niet tot de arbeidstijden te beperken. Ook de automatische periodiek zou uit de salarisschalen dienen te verdwijnen. In de CAO kan worden volstaan met het benoemen van aanvangs- en eindsalarissen. Het tempo waarin de werknemer groeit naar het eindsalaris wordt in dat geval overgelaten aan de individuele ondernemer en werknemer. De laatste wordt beoordeeld op prestaties.
Verder pleit de organisatie voor het midden- en kleinbedrijf al lang voor een soepeler ontslagrecht. Veel ondernemers zijn nu terughoudend met het aantrekken van nieuw personeel omdat ze bang zijn er in slechte tijden moeilijk van af te komen.
De CAO van de toekomst is volgens de MKB-voorman meer een raamwerk, waarin een richting wordt aangegeven. „Geen knellende keurslijven, maar CAO’s die aansluiten bij specifieke situaties, die meer tenderen naar basispolissen.”
In diverse Europese landen is dit jaar de discussie over verlenging van de werkweek losgebarsten. Zo heeft in Nederland ondernemersorganisatie VNO-NCW al eerder gezegd dat op de lange termijn een werkweek van gemiddeld veertig uur belangrijk is om de concurrentiepositie van het bedrijfsleven te verbeteren. VNO-NCW rekent op winst door werknemers niet voor de extra uren te belonen.
Voorzitter L. de Waal van de FNV, ook aanwezig op het jaarcongres, sprak in een eerste reactie van een non-discussie. „Aan de CAO-tafel hebben wij, op een enkeling na, geen werkgever hierover voorstellen horen doen. Want volgens bestaande afspraken kan er al heel flexibel met werktijden worden omgesprongen. Alleen meer dan veertig uur per week kan Hermans vergeten.” Ook tegenover andere voorstellen voor flexibilisering stond hij kritisch. Het midden- en kleinbedrijf kan alleen op instemming van de vakbond rekenen wanneer de werknemer het recht behoudt al dan niet met een maatregel in te stemmen.