Politiek moet kiezen na nieuwe cijfers CPB
De weinig rooskleurige vooruitzichten voor de Nederlandse economie dwingen de politiek tot duidelijke keuzes. De ruimte voor nieuwe investeringen is gekrompen. „Zij is aanzienlijk kleiner dan wij de partijen vorige week voorspiegelden bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s”, aldus directeur Don van het Centraal Planbureau (CPB).
Het CPB presenteerde dinsdag nieuwe cijfers over de Nederlandse economie en de wereldeconomie. Uit dit Centraal Economisch Plan (CEP) wordt duidelijk dat het begrotingsoverschot in 2002 uiteindelijk veel kleiner zal zijn dan verwacht: 0,1 procent van het bruto binnenlands product in plaats van 0,6 procent. In 2001 bedroeg het percentage 0,3 procent. De financiële ruimte voor extra uitgaven is daarmee navenant afgenomen.
„Technisch gesproken is er ruimte voor nieuw beleid als een nieuw kabinet het overschot in de komende vier jaar op 0,1 procent houdt”, aldus Don. „Maar vrijwel alle politieke partijen hebben de ambitie het overschot hoger te houden. Alleen bij een overschot van 1 à 1,5 procent kan de staatsschuld versneld worden afgelost en kunnen we ons voorbereiden op de extra overheidsuitgaven voor de vergrijzing. De ruimte is dus aanzienlijk kleiner dan we de partijen vorige week voorspiegelden bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s.”
Het CEP toont aan dat de economische groei in Nederland achterblijft bij die in de Verenigde Staten en elders in Europa. In Europa stijgt de groei weer naar zo’n 3 procent, in Nederland blijft zij steken op 2,5 procent in 2003.
Belangrijkste oorzaak is de inflatie en de daardoor snel stijgende lonen. Die zullen dit jaar met 4 en volgend jaar met 3,5 procent stijgen. De exportsector komt daardoor in een steeds slechtere concurrentiepositie terecht. Ondanks de aantrekkende economische groei zal de werkloosheid sterk blijven stijgen. Eind 2003 zal het werkloosheidspercentage op 4,5 tot 5 procent liggen, voorspelt het CPB.
Don bepleitte dinsdageen gematigde loonstijging, alle stakingen van ontevreden werknemers in de bouw en bij Philips ten spijt. De economie zou veel baat hebben bij 1 procent minder hoge lonen. De inflatie zal dan afnemen en de werkgelegenheid krijgt een impuls, verwacht Don.
Minister Vermeend van Sociale Zaken neemt dit pleidooi over. De werkgeversorganisatie VNO/NCW vindt ook dat Nederland hard moet inzetten op een snelle verbetering van de concurrentiepositie. „De sleutel ligt bij de CAO-loonstijging. Die moet minder om de heilloze loon-prijsspiraal te doorbreken”, zei een woordvoerder van VNO/NCW gisteren.
De vakbeweging is niet onder de indruk van de waarschuwing van het CPB. CNV-voorzitter Terpstra ziet geen enkele aanleiding zijn looneis te matigen. „Dat het CPB uitgaat van 4 porcent meer loon, illustreert wel dat we nu verantwoord bezig zijn met stijgingen die daar iets onder liggen.” Terpstra zegt ervan te „balen” dat allerlei instanties voortdurend roepen dat de loonstijging minder moet. „We moeten verder kijken”, vindt hij. „Het is tijd voor een nieuw sociaal contract, onder meer voor innovatie en sociale thema’s.”