Sancties tegen Sudan bepleit
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch en zes internationale hulporganisaties hebben de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties maandag opgeroepen sancties te treffen tegen de Sudanese regering en de Arabische Janjaweed-militie, die verantwoordelijk wordt gehouden voor een campagne tegen zwarte Afrikaanse inwoners van de regio Darfur.
In plaats van de Janjaweed te ontwapenen en te ontbinden, heeft de regering de militie opgenomen in de veiligheidstroepen. Zo moeten zij de kampen bewaken waarin mensen worden opgevangen die juist door hun toedoen ontheemd zijn geraakt, zegt HRW. Vorige week werd een van de kampen met geweld ontmanteld, waardoor de bewoners opnieuw het dorre land in werden gejaagd. „Het is belangrijk te begrijpen dat etnische zuivering in Darfur bestaat uit eerst mensen met geweld te verjagen en vervolgens te verhinderen dat zij veilig naar hun woonplaatsen kunnen terugkeren”, aldus Peter Takirambudde, hoofd van de HRW-afdeling Afrika.
Zes internationale hulporganisaties zeggen dat de humanitaire situatie in Darfur verslechtert. Door de aanhoudende gevechten kunnen hulpverleners de mensen die dringend hulp nodig hebben niet bereiken. Eerdere VN-resoluties over Darfur hadden niets om het lijf, waardoor zij nauwelijk effect hadden op de mate van geweld, zei woordvoerster Cynthia Gaigals namens een groep die de organisaties CARE International, het International Rescue Committee en Oxfam International omvat. „De Veiligheidsraad moet nu specifieke en tijdsgebonden nalevingsmaatregelen aangeven en die ten uitvoer leggen als er geen duidelijke en aanhoudende vooruitgang is.”
Door het geweld en gebrek aan voedsel en medische verzorging zijn in de afgelopen 21 maanden in Darfur meer dan 70.000 mensen omgekomen. Ongeveer 1,8 miljoen mensen zijn uit hun woonplaatsen verjaagd.
De Veiligheidsraad wijdt deze week in de Keniase hoofdstad Nairobi een speciale zitting aan de situatie in de regio. VN-secretaris-generaal Kofi Annan berichtte 3 november aan de Veiligheidsraad dat er sterke aanwijzingen waren dat in Darfur „op grote en systematische schaal” misdaden tegen de menselijkheid worden begaan. HRW pleit voor een wapenembargo tegen de Sudanese regering, alsmede voor een reisverbod voor en bevriezing van banktegoeden van leden van de regering en de strijdkrachten. Ook moet de Veiligheidsraad ervoor zorgen dat mensen veilig naar huis kunnen keren en dat slachtoffers van regeringstroepen of de militie schadevergoeding krijgen, mogelijk betaald uit olieopbrengsten, aldus HRW.