Onbemande concurrentie voor de JSF
Terwijl de Nederlandse politiek debatteert over de aanschaf van een nieuw gevechtsvliegtuig, is in Amerika het onbemande luchtwapen aan een opmars begonnen. In de Tweede Kamer leeft de vrees dat de peperdure Joint Strike Fighter daardoor ouderwets zal zijn voor hij goed en wel in handen van de Koninklijke Luchtmacht is.
„We hebben een Duits vliegtuig gezien zonder propellers. Chris zegt dat het een raketvliegtuig was en dat er in de toekomst meer van zullen komen.” Dat schreef Rein van den Berg medio 1944 vanuit Borculo in een brief aan zijn familie. Chris kreeg gelijk. In de herfst van dat oorlogsjaar verscheen een onbekend wapen in de lucht, op weg naar geallieerde doelen in België en Engeland.
Er kwamen twee typen van: de V-1 en de V-2. De V-1 was in feite het eerste onbemande gevechtsvliegtuig. Het werd op snelheid gebracht door een katapultinstallatie, waarna een straalmotor de voortstuwing moest overnemen. Het wapen had een lengte van 7,5 meter en een vleugelwijdte van 4,8 meter; latere modellen kregen een actieradius tot 300 kilometer.
De techniek was gebrekkig; de meeste stortten voortijdig neer. De V-2 kwam net zover, maar dat was een echte raket, die op 100 kilometer hoogte een snelheid van 5400 kilometer per uur bereikte. Londen en Antwerpen waren de belangrijkste doelen. In Antwerpen kwamen op 16 december 1944 bij twee aanvallen 638 mensen om het leven, van wie 567 in een bioscoop. Het totaalaantal slachtoffers wordt geschat op 2800 in Londen en ruim 3000 in de Scheldestad.
In feite zijn de moderne kruisvluchtwapens ook een soort onbemande vliegtuigen, zelfs als ze vanaf een schip worden gelanceerd, zoals de vaderlandse marine graag wil. Een kruisvluchtwapen zoekt zelf zijn doel, kan daartoe worden voorgeprogrammeerd, en vernietigt het door ertegenaan te knallen. Bij recente luchtoorlogen in Bosnië, Kosovo en boven Afghanistan maakten de Amerikanen gebruik van onbemande vliegtuigen. Bedoeld voor spionage. Maar ook om bommen en granaten mee te voeren. Zo kan de Predator naast spieden ook schieten.
In de Verenigde Staten werkt Boeing aan een onbemand gevechtsvliegtuig, de Unmanned Combat Air Vehicle (X-45). Toen de vliegtuigfabrikant eind vorig jaar concurrent Lockheed Martin de order van duizenden Joint Strike Fighters zag winnen, duurde het verdriet daarover niet lang. „Boeing kan het verlies beter incasseren, omdat het een onbemand gevechtsvliegtuig op stapel heeft staan waarmee het bedrijf jaren vooruit kan”, aldus Stuart McCutchan, een defensie-expert.
Onbemand is inderdaad de toekomst. De afdeling Phanton Works van Boeing werkt voor 191 miljoen dollar aan de ontwikkeling van de X-45. Boeing zegt vanaf 2004 met het onbemande toestel te kunnen vliegen. Operationele inzet is niet voor het jaar 2010 te verwachten.
Onbemand maakt ook onbemind. Critici zeggen dat de mens niet kan worden vervangen door machines en dat juist in het soort conflicten van tegenwoordig de lijfelijke aanwezigheid van de mens in het inzetgebied van groot belang is voor het welslagen van de missie. Maar er zijn ook militaire strategen die zeggen dat de rol van de mens afneemt en zal worden vervangen door robots met kunstmatige intelligentie.
Onder militairen wordt daar volop over gediscussieerd. In Carré, het orgaan van de vereniging van (onder)officieren, klonk het vorig jaar zo: „Bij de huidige stand van de technologie is de vlieger aan boord van een gevechtstoestel een betere garantie voor het welslagen, en dus het overleven, van een aanvalsmissie dan een ”automaat”. Halen we de vlieger weg, dan staat hij weliswaar niet aan gevaar bloot, maar lopen we groot risico dat de missie mislukt. Zetten we de vlieger in, loopt hij weliswaar meer risico, maar is de kans op succes van de missie vele malen groter. Het zal nog een aanzienlijke tijd vergen voor de technologie zover is dat het bemande gevechtsvliegtuig kan worden vervangen door het onbemande.”
In de Tweede Kamer verdedigden de bewindslieden van Defensie dinsdag met vergelijkbare bewoordingen het kabinetsbesluit om ondanks alle ontwikkelingen deel te gaan nemen in de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter, een ultramodern, maar bemand gevechtsvliegtuig. Volgens minister De Grave en staatssecretaris Van Hoof staat het onbemand oorlogsvliegen nog in de kinderschoenen. In vredestijd zou het risico op ongelukken te groot zijn, in oorlogstijd de kans op winnen te klein.
In de Kamer blijft de vrees echter sluimeren dat de JSF al te vroeg zal worden ingehaald door toestellen zonder piloot. Zo zwaaide het kritische PvdA-kamerlid Timmermans met rapporten van het Amerikaanse Pentagon waarin staat dat in 2020 het derde deel van de Amerikaanse gevechtstoestellen onbemand zal zijn. Bovendien kijken diverse kamerfracties met argusogen naar de verrichtingen van Boeing met de X-45.
Voor de tegenstanders van het JSF-besluit (D66, GroenLinks en SP) is de opkomst van het onbemand vliegen eens te meer een reden om tegen te zijn. Bij de voorstanders (VVD, CDA, ChristenUnie en SGP) wegen de twijfels niet zo zwaar dat de standpunten wijzigen. Intussen is de ontwikkeling wel gesignaleerd en zal deze vandaag opnieuw een rol gespeeld hebben toen de PvdA zich weer beraadde op het JSF-besluit van het kabinet.