Snel besluit over onderzoek naar onteigenen Hedwigepolder
De Tweede Kamer beslist donderdag of zij een parlementaire ondervraging gaat uitvoeren naar de besluitvorming rond de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder.
Dat zegt het Zeeuwse oud-Statenlid Johan Robesin. Robesin wilde via een petitie bereiken dat betrokkenen bij het dossier Hedwigepolder onder ede gehoord worden door de Kamer. Woensdag mocht hij zijn petitie toelichten aan de leden van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De commissie komt donderdag met een conclusie, zegt Robesin.
De Zeeuw meent dat de onteigening van de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen op oneigenlijke gronden heeft plaatsgevonden. Hij ontdekte dat de Vlaamse overheid destijds tegen alle gemaakte afspraken in de onteigening van de polder heeft doorgedrukt en daarbij niet het belang van natuurherstel in de Westerschelde maar louter de economische belangen van de haven van Antwerpen vooropstelde. Die zou de polder goed kunnen gebruiken als slibdepot. Hij noemde het „absurd dat een vreemde mogendheid (België) van Nederland eist dat nota bene een Nederlands stuk grond wordt onteigend voor Belgisch gebruik”.
Robesin verwijst een bericht in de PZC van vandaag dat de Kamer naar aanleiding van zijn pleidooi al heeft besloten géén parlementaire ondervraging te houden naar het rijk der fabelen.
„De commissieleden moeten nog overleggen met hun fracties, die uiteindelijk een standpunt innemen.”