Europese Rekenkamer kritisch over Prodi
De Europese Rekenkamer vindt dat de Europese Commissie onder leiding van voorzitter Prodi de hervormingen van de controle op de miljardenbegroting heeft laten sloffen. In een toelichting op het jaarverslag over 2003 zei het Nederlandse lid van de Rekenkamer Engwirda dat „er nog geen sprake is van een doorbraak".
De Commissie–Prodi volgde in 1999 zijn voorganger Santer op die aftrad wegens een boekhoudschandaal. Prodi beloofde de controle op de Europese begroting, die ongeveer 100 miljard euro per jaar bedraagt, te verbeteren. „Prodi is ambitieus van start gegaan, maar wij moeten constateren dat de Commissie de vaart er niet in heeft kunnen houden. Uitgedrukt in een rapportcijfer geef ik een zesje", aldus Engwirda.
Hij vroeg zich zelfs af of het langverbeide nieuwe boekhoudsysteem wel op 1 januari overal kan worden ingevoerd, zoals beloofd. Een woordvoerder van de Commissie zei maandag echter niets te weten van eventueel uitstel.
„Het is nodig dat de nieuwe Commissie onder Barroso met nieuw elan de operatie van verbetering van het financiële beheer aanpakt", meent Engwirda. In het eerdere vervroegde vertrek van hoofdaccountant Muis en in het stagneren van de hervormingen ziet hij „aanwijzingen dat er reden bestaat voor een zekere vrees dat de verbeteringen van het financiële beheer niet dezelfde prioriteit krijgen als enkele jaren geleden".
De Rekenkamer geeft opnieuw geen goedkeurende verklaring af voor de Europese uitgaven. Sinds de Rekenkamer tien jaar geleden begonnen is met het publiceren van jaarverslagen, is dat nooit gebeurd. Volgens de rekenmeesters is er op veel terreinen onvoldoende informatie om een goedkeurend stempel te kunnen zetten.
Engwirda gaf toe dat de Rekenkamer de lat hoog legt. „De zeer verfijnde Europese regelgeving is voor ons een gegeven. Niet alles wat wij aan fouten constateren, is fraude." Zoals elk jaar zijn het juist de grootste uitgavenposten (landbouw, steun arme regio’s en buitenlands beleid) waar de Rekenkamer van zegt ze onvoldoende te kunnen controleren.
Ook Nederland gaat niet juist om met de gelden, meent Engwirda. Uit een steekproef bij uitgaven in Nederland van het Europees Sociaal Fonds (ESF), blijkt dat het „controlesysteem onvoldoende is". Het risico bestaat, aldus Engwirda, dat de Commissie geld terugvordert. Dat is eerder al gebeurd en dat kostte Den Haag honderden miljoenen. Of het weer zover komt, is niet zeker. Sommige tekortkomingen lijkt de Commissie te accepteren, aldus Engwirda. Zo gebeurt het dat Europees geld voor projecten om voortijdige schoolverlating te bestrijden, in het algemene budget van scholen terechtkomt. „Het lijkt alsof de Commissie minder streng is dan de Rekenkamer."