Armen in Jakarta slachtoffer van politiek geweld
Leden van kritische niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) in Jakarta en arme bewoners van de Indonesische hoofdstad die voor hun rechten opkomen, worden in toenemende mate het slachtoffer van politiek geweld.
Vorige week donderdag raakten minstens vijftig mensen gewond toen een 500-koppige knokploeg betogers voor de gebouwen van de Nationale Commissie van de Mensenrechten (Komnas HAM) te lijf ging. De betogers waren venters, straatmuzikanten, riksjabestuurders en andere arme inwoners van de stad die zich onheus behandeld voelen door het stadsbestuur. Net als bij eerdere incidenten zouden er achter het geweld tegen de betogers politici en lokale gezagsdragers zitten.
Volgens de autoriteiten werd de aanval uitgevoerd door een 500-tal in het zwart geklede en met stokken en machetes bewapende leden van het Forum van de Betawi-broederschap (FBR). De Betawi’s zijn de oorspronkelijke bewoners van Jakarta, maar zijn door de massale immigratie van mensen uit andere delen van Java politiek en economisch geïsoleerd geraakt en naar de rand van de stad gedrumd. Zeven leden van het FBR zijn inmiddels gearresteerd.
Asmara Nababan, de secretaris-generaal van de Komnas HAM, vindt dat het geweld van 28 maart toont „dat er een nieuw fascisme voet aan de grond krijgt in Indonesië.” Jakarta was eerder ook al opgeschrikt door aanslagen met een politieke achtergrond. Op 13 maart vielen enkele tientallen mensen het kantoor van de Commissie voor Verdwenen Personen en de Slachtoffers van Geweld (Kontras) binnen om er de boel kort en klein te slaan. Eén Kontras-medewerker liep daarbij klappen op. De aanvallers beschuldigden Munir, de stichter van de bekende mensenrechtengroep, ervan dat hij voor het huis van de voormalige legerchef Wiranto een protestbijeenkomst had georganiseerd van ouders van studenten die bij de reformasi-betogingen van 1998 en 1999 waren omgekomen.
Ook op 13 maart vielen zo’n 300 met stokken en zwaarden gewapende leden van het FBR tientallen slachtoffers aan van de overstromingen in de hoofdstad toen die zich verzamelden voor het stadhuis in Jakarta. Bij die overstromingen in januari leden meer dan 365.000 inwoners schade; de betogers eisten dat gouverneur Sutiyoso de verantwoordelijkheid op zich zou nemen voor het feit dat de ramp niet was voorzien en dat er achteraf nauwelijks hulp werd geleverd.
Het incident van 28 maart heeft de overheid doen wakker schrikken. Vice-president Hamzah Haz heeft de politie opgedragen een onderzoek in te stellen naar de precieze toedracht ervan. „We hebben ngo’s die zich het regeringsbeleid aantrekken nodig”, verklaarde Haz. Maar voor de medewerkers van die ngo’s is het duidelijk dat de politieke klasse in Jakarta achter het geweld zit. In oktober vinden er gouverneursverkiezingen plaats, en ze achten de kans groot dat het FBR ofwel door de tegenstanders van Sutiyoso ofwel door de huidige gouverneur zelf wordt gestuurd. Sutiyoso zou daarmee het imago van de Betawi’s proberen te besmeuren. Die eisen immers dat de volgende gouverneur een Betawi is en aan die voorwaarde voldoet Sutiyoso niet.
De gespannen atmosfeer in Jakarta heeft veel te maken met de harde aanpak van de arme inwoners. Gouverneur Sutiyoso begon twee jaar geleden met een schoonmaakoperatie waarbij hij met de hulp van de politie en het leger venters, straatmuzikanten en autowassers systematisch uit de grote straten verdreef. Ook sloppenwijken werden ontruimd. Alleen al de volgehouden campagne om de becaks (de Indonesische riksja’s) uit het straatbeeld te doen verdwijnen, kostte de stad meer dan 30 miljard roepie (33,3 miljoen euro). Op 1 maart kregen Sutiyoso, de politiechef van Jakarta, Makbul Padmanagara, en de militaire bevelhebber in de hoofdstad, Bibit Waluyo, van het districtsgerechtshof in Centraal-Jakarta te horen dat ze hun boekje te buiten waren gegaan bij hun acties tegen de arme straatwerkers, maar dat heeft bijvoorbeeld de acties tegen de becak-bestuurders niet doen ophouden.
Het Consortium van de Armen in de Stad, een actiegroep die opkomt voor de rechten van de sloppenwijkbewoners en andere arme bevolkingsgroepen in Jakarta, zegt dat het FBR met nieuwe aanvallen heeft gedreigd als de groep protesten blijft organiseren tegen het stadsbestuur. De leider van het FBR, Ahmad Fadloli El Muhir, is ook de voorzitter van de plaatselijke afdeling van de Indonesische Democratische Partij. President Megawati Sukarnoputri scheurde zich in 1996 met haar volgelingen van die partij af na een gewelddadige overval op haar hoofdkwartier. Gouverneur Sutiyoso, die toen in Jakarta het bevel voerde over het leger, heeft tijdens een politieonderzoek rond die zaak toegegeven dat hij achter de schermen een rol speelde bij die aanval.