Mensen minder vaak naar huisarts dan vroeger
Mensen hebben meer lichamelijke en geestelijke gezondheidsklachten dan in 1987, maar ze verwachtten in 2001 minder dan toen dat de huisarts daar iets aan kan doen. Het ’zelfdokteren’ is toegenomen. In 1987 zei 24 procent van de mensen dat zij zelf medicijnen waar geen recept voor nodig was gebruikten. In 2001 is dat percentage gestegen tot 37.
Onderzoekers van het NIVEL en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) concluderen maandag dat mensen niet meer zo vaak onnodig naar de huisarts gaan als vroeger. Het door de minister van Volksgezondheid gesuggereerde ’onnodig gebruik van de huisartsenzorg’ hebben zij niet vast kunnen stellen. Dit komt overigens ook omdat er geen definitie bestaat van onnodig huisartsenbezoek, stellen de onderzoekers.