Inhalen uitgestelde zorg kan tot begin volgend jaar gaan duren
De meest urgente ziekenhuisbehandelingen die door de coronacrisis zijn uitgesteld, moeten zodra dat weer kan binnen zes weken alsnog worden uitgevoerd. Maar het kan wel tot begin volgend jaar gaan duren voordat ook minder spoedeisende zorg helemaal is ingehaald.
Dat meldt demissionair minister Tamara van Ark (Medische Zorg) aan de Tweede Kamer. Zij heeft in samenspraak met zorgorganisaties een plan opgesteld om de achterstand die de afgelopen maanden is ontstaan zo snel mogelijk in te lopen. Daarbij moet er ook ruimte zijn voor het zorgpersoneel om te herstellen van de zware inspanningen.
Ziekenhuizen hebben het afgelopen jaar de planbare zorg op een veel lager pitje moeten zetten om de toestroom van coronapatiënten te kunnen opvangen. Daardoor moesten veel operaties worden uitgesteld. Ook konden naar schatting 1,4 miljoen mensen met klachten niet worden doorverwezen naar een medisch specialist.
Het streven is volgens Van Ark dat alle uitgestelde zorg nog dit jaar wordt ingehaald, „met een mogelijke uitloop in de eerste maanden van 2022”. Patiënten worden door hun arts duidelijk geïnformeerd over wachttijden. Zorgverzekeraars kunnen patiënten helpen zodat zij op een andere plek wellicht sneller zorg kunnen behandeld.
Van Ark liet eerder tijdens een coronadebat in de Tweede Kamer al weten dat patiënten mogelijk naar een ander ziekenhuis moeten voor een inhaaloperatie. Net als bij de zorg voor coronapatiënten wordt landelijke spreiding toegepast. Hoe snel iemand kan worden geholpen mag niet afhankelijk zijn van zijn of haar woonplaats, aldus de minister.