Binnenland

„Te allen tijde reanimeren is niet bijbels”

We kunnen dankzij de vooruitgang in de geneeskunde steeds ouder worden. Maar op basis van zowel de Bijbel als de wetenschap is het niet altijd juist om de dood zo lang mogelijk te verdringen, meent internist dr. H. J. Agteresch van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.

Van een medewerker
15 November 2004 11:15Gewijzigd op 14 November 2020 01:52

Als een demente bejaarde voedsel weigert, moet hij dan toch voedsel toegediend krijgen? Verpleegkundigen en verzorgers van Febe, een reformatorische vereniging van werkers in de gezondheidszorg, vinden het soms een lastige kwestie. Daarom belegde Febe zaterdag een lezing over ”De levensavond”. Daarin behandelde Agteresch, afkomstig uit de gereformeerde gezindte, verschillende medisch-ethische dilemma’s.

In principe moeten dementerenden altijd vocht en voeding toegediend krijgen, meent Agteresch. Maar wat als een dementerende patiënt voedsel weigert, bijvoorbeeld door middel van het wegdraaien van zijn hoofd? In dat geval geldt volgens de internist het „ethisch principe” van autonomie en zelfbeschikkingsrecht.

Agteresch: „Dat zijn woorden waar we misschien van schrikken, maar ze benadrukken de eigenheid en persoonlijke vrijheid van mensen als verantwoordelijke wezens.” Dat betekent volgens hem dat we respect voor de ander moeten hebben, ook voor onze wilsonbekwame medemens.

Een andere casus ging over het wel of niet reanimeren van hoogbejaarden na een hartstilstand. Agteresch vindt het in sommige gevallen gerechtvaardigd om een zogeheten niet-reanimeerbeleid af te spreken. „Soms past ons een eerbiedig terugtreden voor de majesteit van de dood. We kunnen zo menselijk spreken: mijn opa is aan een hartstilstand overleden. Nee, het was Gods tijd.”

Naast dit bijbelse argument somde Agteresch wetenschappelijke argumenten op. „De slagingskans van een reanimatie bij ongeneeslijke zieken en hoogbejaarden met diverse gezondheidsproblemen is praktisch nul. Verder is bekend dat de hersenen door zuurstoftekort binnen twee tot vijf minuten onherstelbaar beschadigd raken.” Redenen temeer om niet altijd te reanimeren, aldus Agteresch.

Volgens de voorzitster van Febe, T. A. Gunter, roept een 17- of 18-jarige verzorger al snel dat een hoogbejaarde na een hartaanval onmiddellijk moet worden gereanimeerd. „Het is goed om te beseffen dat dit niet altijd juist is. Ik weet zeker dat sommigen van de aanwezige verpleegkundigen zo’n geval met hun niet-christelijke collega’s zullen bespreken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer