Burgemeesters pleiten voor extra hulp aan 16 kwetsbare gebieden
Vijftien burgemeesters en meerdere maatschappelijke organisaties willen dat het volgende kabinet meer aandacht geeft aan en jaarlijks 500 miljoen euro uittrekt om de meest kwetsbare stedelijke gebieden te helpen. In zestien van deze gebieden wonen ongeveer 1 miljoen mensen die te maken hebben met armoede, werkloosheid, criminaliteit en achterstanden in onderwijs en gezondheid. Door de coronacrisis zijn deze wijken en hun bewoners extra benadeeld, was de boodschap woensdag aan de fractieleiders in de Tweede Kamer.
Als er niet wordt ingegrepen zal de sociale samenhang en de onveiligheid in deze gebieden verder verslechteren, stellen ze. „Dat voedt parallelle samenlevingen en het wederzijds wantrouwen tussen overheid en burgers. Georganiseerde criminelen gebruiken dit om de rechtsstaat te ondermijnen”, waarschuwen de lokale bestuurders en onder meer de woningcorporaties (Aedes), de MBO Raad, Movisie en Sociaal Werk Nederland en de werkgevers (VNO).
Juist samenwerking in deze buurten tussen scholen, woningbouwcorporaties en werkgevers is volgens hen noodzakelijk. Het helpt als kinderen meer lesuren en beter onderwijs krijgen, in de wijk kunnen sporten, een stageplek krijgen maar ook net een zetje extra naar een baan. Ook moeten veel huizen worden verbeterd. De burgemeesters vinden dat bewoners zelf erbij moeten worden betrokken. Veel gemeenten zijn al begonnen en schraapten geld bij elkaar voor initiatieven, maar financiering vanuit het Rijk is volgens de bestuurders hard nodig om die door te kunnen zetten.
De burgemeesters - onder anderen die van de vier grote steden - pleiten voor een nationaal programma en een aanpassing van de wetgeving, zodat er meer maatwerk en vernieuwende maatregelen mogelijk zijn. Van de extra investering van 500 miljoen euro per jaar is volgens hun analyse 400 miljoen nodig voor hun eigen zestien kwetsbare buurten, waarvan twee in Amsterdam, en 100 miljoen voor kwetsbare wijken in andere gemeenten. Met het geld kunnen langjarige projecten worden opgezet. Als voorbeeld noemen ze een programma in Rotterdam-Zuid, dat al loopt sinds 2012 en waarin plannen en doelen zijn gemaakt voor twintig jaar.
Vorig jaar juni, enkele maanden na het begin van de pandemie, had de groep burgemeesters om 1,25 miljard euro gevraagd voor steun aan de kwetsbare buurten. Dat was volgens burgemeester Jan Hamming van Zaanstad een eerste stap. De projecten moeten volgens hem lange tijd doorlopen om succesvol te kunnen zijn. Het verschil met de kracht- en prachtwijken van enkele jaren geleden, waar toen ook extra geld voor was, is volgens Hamming dat het toen vooral om fysieke steun ging. De projecten worden nu veelomvattender, met meer samenhang en ze worden opgebouwd vanuit de wijken zelf.