Buitenland

Chileense leger worstelt met verantwoordelijkheid voor verleden

De krijgsmacht van Chili geldt van oudsher als de meest gedisciplineerde van het Zuid-Amerikaanse continent. De generaals van het land zijn trots op de rigide hiërarchische structuur van hun op Pruisische leest geschoeide militaire apparaat, waarin tot op heden absoluut geen plaats is voor eigengereide eenlingen.

Van onze correspondent
15 November 2004 10:36Gewijzigd op 14 November 2020 01:52

Reeds in de negentiende eeuw droeg die strakke organisatie en de cultuur van totale gehoorzaamheid bij tot indrukwekkende overwinningen op de buurlanden Bolivia en Peru, waar het militaire bedrijf veel minder formeel was en is. En ook vandaag dwingt het leger van Chili internationaal respect en ontzag af voor de kwaliteit, toewijding en discipline van zowel manschappen als officieren.

Maar wanneer we de huidige generatie van militaire commandanten mogen geloven, is het al enige tijd een ongeorganiseerd rommeltje bij de krijgsmacht. De militaire wanorde moet volgens hen ten tijde van de Pinochet-dictatuur een triest hoogtepunt hebben bereikt. In die donkere en bange jaren moeten land-, lucht- en zeemacht honderden, zo niet duizenden leden in hun gelederen hebben gehad die instructies van hogerhand schaamteloos aan hun laars lapten om vervolgens vrolijk hun eigen gang te gaan.

Erger nog: Er schijnt in die tijd niemand te zijn geweest die het nodig vond om deze personen tot de orde te roepen. Wellicht dat deze individuen hun solo-optredens ontleenden aan de al evenmin rechtmatige handelingen van hun bevelhebber, generaal Augusto Pinochet, die in 1973 de constitutionele regering ten val bracht.

Hoe het ook geweest mocht zijn, één ding is duidelijk: het leger van Chili is een tijd van slag geweest. Dat is althans de boodschap van de hedendaagse commandanten van de marine en de luchtmacht. Zij argumenteren -tegen beter weten in- dat hun legeronderdelen geen enkele verantwoordelijkheid dragen voor de talrijke gruwelijkheden die tegenstanders van het militaire bewind destijds ten deel vielen.

Volgens marinecommandant Miguel Angel Vergara heeft het folteren en laten verdwijnen van dissidenten nooit deel uit gemaakt van het officiële beleid. Sterker nog: de admiraal houdt zelfs vol dat eertijds dergelijke misdragingen van hogerhand streng verboden waren. „Wanneer er desondanks schendingen van mensenrechten hebben plaatsgehad, zijn die het werk geweest van officieren en soldaten die handelden zonder de instemming of goedkeuring van superieuren. En hoewel dat diep betreurenswaardig is, kan de marine niet als collectief de verantwoordelijkheid dragen voor de misdragingen van enkelingen”, aldus Vergara.

Luchtmachtcommandant Osvaldo Sarabia houdt een soortgelijk verhaal en verwerpt de notie dat zijn legeronderdeel de natie een excuus verschuldigd is voor de traumatische gebeurtenissen tijdens de Pinochet-dictatuur. „Als instelling treft de luchtmacht geen blaam. Ten hoogste zijn er in ons midden enkele rotte appels geweest die zich thans voor hun handelingen moeten verantwoorden tegenover justitie”, zo stelt generaal Sarabia.

Het probleem met dit nogal onzinnige argument is niet alleen dat het ogenschijnlijk een ongedisciplineerde bende moet zijn geweest bij de marine en de luchtmacht, maar ook dat superieuren stug weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor hun ondergeschikten. Dat zou de zo trotse krijgsmacht van Chili maken tot het legertje ongeregeld van een ouderwetse bananenrepubliek.

Vanzelfsprekend klopt er helemaal niets van de argumenten waarmee admiraal Vergara en generaal Sarabia zich verweren tegen de talrijke beschuldigingen van mensenrechtenschendingen die tijdens het schrikbewind van Pinochet plaatshadden.

Het thema is in Chili opnieuw actueel nu een onafhankelijke onderzoekscommissie haar rapport heeft afgerond over de martelingen die plaatshadden in de kerkers van het militaire regime. De commissie concludeerde dat ten minste 35.000 Chilenen fysiek zijn mishandeld in militaire gevangenissen. Het rapport stelt dat het kwellen van gevangenen integraal onderdeel was van het regeringsbeleid en dat er zelden van hogerhand is opgetreden tegen folteraars.

De onderzoekscommissie bewijst in zijn lijvige studie tevens dat de generaals aan de top te allen tijde op de hoogte waren van wat er zich voltrok in de detentiecentra voor politieke gevangenen en dat zij de mishandelingen niet alleen goedkeurden maar ook aanmoedigden via officiële instructies en bevelen.

De vreemde redenering waarmee marine en luchtmacht zich opnieuw proberen te onttrekken aan hun verantwoordelijkheden staat haaks op de verrassende openhartigheid en oprechtheid waarmee landmachtcommandant generaal Emilio Cheyre eerder deze week toegaf dat zijn legeronderdeel de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de afschuwelijke feiten. In een lang maar samenhangend en weldoordacht essay schrijft generaal Cheyre dat de landmacht zich als instelling grof heeft misdragen en dat daarvoor geen excuus of uitleg bestaat. „Niets kan het folteren van vermeende tegenstanders verklaren, rechtvaardigen of zelfs maar goedpraten. Voor ons handelen van weleer bestaat er geen ethisch verantwoorde uitleg. Het was fout en mag nooit weer gebeuren”, aldus de liberale generaal in zijn schrijven aan de natie.

Wat Cheyres ranggenoten ter zee en in de lucht vooral irriteert is dat de landmacht niet alleen grote afstand neemt van generaal Augusto Pinochet, maar ook van diens gedachtegoed. Cheyre benadrukt in zijn essay namelijk bij herhaling dat het onjuist is geweest om in het kader van de Koude Oorlog ideologische tegenstanders militair aan te pakken. „Het plegen van een staatsgreep is onder alle omstandigheden verkeerd. De coup van 1973 heeft het vaderland dat wij dienen niet gered van een rode ondergang maar juist verscheurd en gebroken”, aldus Cheyre.

Volgens admiraal Vergara en generaal Sarabia zit de landmachtcommandant er faliekant naast en heeft hij niets begrepen van de „historische dynamiek” die aanleiding was tot de staatsgreep tegen de regering van de socialistische president Salvador Allende. Vanzelfsprekend weigeren beide legerleiders het voorbeeld van Cheyre te volgen en piekeren zij er niet over om de natie een excuus aan te bieden voor het gebeurde.

Generaal Emilio Cheyre getuigt met zijn essay evenwel van grote moed. Nooit eerder heeft een Chileense legerleider het militaire handelen ten tijde van de Pinochet-dictatuur met zo veel nadruk afgewezen. Cheyre laat er geen enkele twijfel over bestaan dat de landmacht spijt betuigt voor zijn optreden.

Zijn visie op de gebeurtenissen van weleer vindt vanzelfsprekend weinig tot geen weerklank bij de oudere garde van generaals, die ervan overtuigd blijven dat zij correct handelden.

Tegelijkertijd moet gezegd zijn dat deze oude garde zich danig in de eigen vingers snijdt door erop te hameren dat de mishandelingen en verdwijningen het werk waren van ongedisciplineerde officieren. Het mag duidelijk zijn dat generaal Cheyre als beroepsmilitair te veel liefde opbrengt voor zijn vak en zijn militaire organisatie om deze af te schilderen als een collectief van ongedisciplineerde manschappen en eigenzinnige officieren met een sadistische inslag. Geheel terecht oogst de generaal thans veel bewondering in Chili.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer