Blokland vraagt en krijgt vergeving CU
Europarlementariër Blokland heeft de achterban van de ChristenUnie zaterdag publiekelijk om vergeving gevraagd voor „alles wat ik verkeerd gedaan heb.” Het congres van de CU vergaf hem zijn gedrag en zette daarmee definitief een punt achter de zogeheten declaratieaffaire, die de partij ruim een halfjaar in haar greep hield.
Blokland erkende zaterdag dat hij de achterliggende jaren „fouten heeft gemaakt en zaken volstrekt verkeerd heeft ingeschat”, waardoor „allerlei misverstanden zijn gerezen” en uiteindelijk een „verkeerde indruk” is ontstaan. „Ik vraag daarvoor vergeving”, zo sloot hij zijn openbare mea culpa af.
Afgevaardigde Vente uit Reeuwijk trok daarop zijn motie -die het partijbestuur opdroeg druk op Blokland uit te oefenen om alsnog terug te treden- in. „De vergeving is hem van harte gegund. We lezen in de Bijbel: Het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.”
Ruim een uur daarvoor had het partijbestuur al een verklaring afgelegd. Het bestuur legde daarin verantwoording af over de wijze waarop het de achterliggende tijd met de kwestie is omgegaan. „Wij hebben meermalen tegen hem gezegd: Hans, in de media is dit en dat beeld ontstaan, uit het land krijgen wij die en die reacties; wil je er eens over nadenken wat dit voor jouw positie betekent?” aldus bestuurslid Groen. Blokland vond echter niet dat hij zich terug hoefde te trekken. En het bestuur was en is van mening dat het zich „niet in een hiërarchische positie bevindt ten opzichte van volksvertegenwoordigers.”
De bereidheid van de partij een streep te trekken onder de affaire werd behalve door de schuldbelijdenis van Blokland ook bevorderd door enkele andere gebaren van de europarlementariër. Zo heeft hij onlang 3100 euro aan te veel ontvangen reiskostenvergoedingen teruggestort in de kas van het Europees Parlement. Zaterdag bleek dat hij bovendien aan het partijbestuur heeft toegezegd de persoonlijke bijdrage die hij altijd al stortte in de kas van de eurofractie „aanzienlijk te verhogen.”
Deze laatste daden brachten de bestuurdersvereniging van de ChristenUnie ertoe, al voor de toespraak van Blokland, haar steun aan de motie-Vente in te trekken. Al met al debatteerde het uniecongres, voordat het tot een verrassende ontknoping kwam, bijna anderhalf uur over de kwestie van de onkostenvergoedingen.
Tegelijk met het uniecongres hield de CU het eerste ledencongres, waar onder meer werd gediscussieerd over de eurofractie CU-SGP. Dat resulteerde in een -overigens niet-bindende- opdracht aan Blokland om samen met SGP’er Belder de deelname aan de ID-groep „ernstig te heroverwegen” en daarover jaarlijks te rapporteren. Pijnpunt aan de ID-groep is vooral dat daarin ook het omstreden Italiaanse Lega Nord zit.
Breed leeft er binnen de ChristenUnie onvrede over de ID-groep, maar de leden beseften dat zij te weinig zicht hadden op de alternatieven. Er bleek praktisch geen steun voor de suggestie van PerpectieF, de CU-jongerenorganisatie, om over te stappen naar de Groenen. Blokland zelf noemde dit in een deelsessie „onmogelijk” vanwege het abortus- en euthanasiestandpunt van die fractie.
Over een overgang naar de grote christen-democratische EVP-fractie zei Blokland „ernstige twijfels” te hebben, omdat de fractiediscipline er waarschijnlijk groot is. De partijleden willen dat hij dit, mogelijk via onderhandelingen, nader onderzoekt. Oud-kamerlid Stellingwerf noemde het overigens een „heel domme fout” dat Blokland en Belder tegen toetreding van Lega Nord tot de ID-groep niet hun veto hebben ingezet.
In andere resoluties riepen de leden het bestuur ertoe op meer vrouwen en christenmigranten op kandidatenlijsten te plaatsen. Bij de eerste zeven kandidaten voor kamerverkiezingen moet wat de leden betreft ten minste één migrant zitten.
Aan het einde van het congres prees partijleider Rouvoet de leden voor het open debat dat zij hadden gevoerd. Wel wilde hij de „verzuchting” kwijt dat „wij als evangelisch-gereformeerde christenen soms ook wel erg een weg-met-onshouding aan de dag leggen.” In alle commotie over interne zaken hadden termen zoals ”crisis” en ”desastreuze ontwikkelingen” wat hem betreft beter vermeden kunnen worden.
„Buitenstaanders zeggen dat zij in de ChristenUnie een partij zien met een helder profiel, een eigen positie in het politieke krachtenveld, een degelijke organisatie, enthousiaste en gedreven mensen en perspectief op groei”, aldus Rouvoet. „Kortom: een partij om trots op te zijn. Laat ik het maar gewoon eens hardop zeggen: ik ben trots op de ChristenUnie.”