CGB stelt verklaring op voor kerken in de PKN
Het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) heeft een zogenaamde koersverklaring opgesteld voor de gereformeerde kerken in de Protestantse Kerk die zijn aangesloten bij het CGB. Door ondertekening van de verklaring maken de gemeenten duidelijk dat ze zich gebonden weten aan de gereformeerde belijdenisgeschriften.
De verklaring werd aangeboden op de zaterdag in Ermelo gehouden bijeenkomst van het Beraad van Confessioneel Gereformeerde Kerken. Bij het CGB zijn ongeveer veertig kerken aangesloten. Volgens ds. D. Westerneng, voorzitter van het CGB, kunnen de gemeenten de verklaring gebruiken om inhoud te geven aan ordinantie 1.1.2 van de protestantse kerkorde. Daarin staat dat de kerk de bijzondere verbondenheid van hervormde gemeenten en gereformeerde kerken aan de belijdenisgeschriften van de gereformeerde traditie „erkent en respecteert.”
Volgens ds. Westerneng is de koersverklaring te vergelijken met de verklaring die veel hervormde gemeenten hebben ondertekend naar aanleiding van een besluit dat de laatste hervormde synode nam op 12 december 2003. Daar werd hervormde gemeenten binnen de PKN de mogelijkheid geboden zich „ten volle” aan het gereformeerde belijden te binden. „We hadden natuurlijk die verklaring gewoon kunnen overnemen omdat de inhoud van die verklaring en onze koersverklaring sterk overeenkomen. Toch hebben wij, als CGB-gemeenten, een iets ander taalveld. Vandaar dat we een eigen verklaring hebben opgesteld, maar inhoudelijk liggen ze heel dicht bij elkaar.”
De verklaring stelt dat de gemeenten die haar ondertekenen „in het geheel van de Protestantse Kerk in Nederland bewust willen leven voor het aangezicht van God, Wiens openbaring -door middel van mensenwoorden- tot ons is gekomen in de heilige Schrift. Wij willen daarbij staan in de gereformeerde traditie, die stem krijgt in de Drie Formulieren van Enigheid.”
Volgens ds. Westerneng heeft de verklaring een kerkordelijke status binnen de PKN. „Wij gronden dat op ordinantie 1.1.2, maar ook op een uitspraak van de laatste gereformeerde synode van 12 december 2003. Toen werd namelijk besloten om niet te komen met een uniforme verklaring voor alle gereformeerde kerken. De synode sprak toen uit dat het opstellen van zo’n verklaring tot de vrijheid van de gemeente behoort. Die vrijheid nemen we met deze koersverklaring.”
Tijdens de bijeenkomst in Ermelo gaf de scriba van de Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN), G. H. Bakker, een uiteenzetting over de ontwikkelingen in zijn kerkverband. In verband met de kerkfusie hebben zeven gereformeerde kerken zich namelijk losgemaakt van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Zij hebben de Voortgezette Gereformeerde Kerken opgericht. Van de zeven VGKN-gemeenten zijn er vijf aangesloten bij het Confessioneel Gereformeerd Beraad.
De samenwerking tussen de VGKN en het CGB is „zeer plezierig”, aldus Bakker. „Met de kerken en predikanten in de regio waarmee over en weer diensten werden geruild en preekbeurten werden vervuld, is in het algemeen niets veranderd in de omgang met elkaar.” Bakker roemde ook de contacten met de PKN, op classicaal en op landelijk niveau. „Wij zijn verschillende wegen gegaan, maar dat blijkt vrijwel bij geen van de betrokkenen tot enige vijandigheid te leiden.”
Wel zijn er enkele gemeenten binnen de PKN die, volgens Bakker, problemen hebben met het afgeven van attestaties aan de VGKN. De besprekingen met de commissie van bijzondere zorg voor de gereformeerde kerken in de PKN zijn volgens hem goed verlopen. „We mogen gelukkig constateren dat er geen enkele behoefte bestaat aan zieltjes winnen. Enkel de zorg voor mensen die tussen wal en schip dreigen te raken, heeft hun en onze aandacht.”
De scriba van de VGKN noemde ook de samenwerking met de Hersteld Hervormde Kerk „uiterst plezierig op het gebied van pensioenen en arbeidsongeschiktheidsverzekering. De veel grotere omvang van de HHK heeft ertoe geleid dat concurrerende tarieven voor de verzekering bedongen konden worden, beter dan wanneer we er alleen voor hadden gestaan.”
Wat de toekomst van de VGKN betreft zijn er volgens Bakker diverse opties. Zo zijn de interne ontwikkelingen in de VGKN er volgens hem op gericht het kerkverband „zelfstandig” in stand te houden. Daarnaast is er overleg met de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) over de mogelijkheid van een zusterrelatie. „Die kan wat de NGK betreft worden aangegaan, maar dan zal dat wel tot een fusie moeten leiden.”