Een van de conclusies in het jaarverslag ”Doorgeven” is dat het jeugdwerk goed functioneert, maar dat het bereik beter zou kunnen. Vooral in de grotere gemeenten zouden veel meer jongeren deel kunnen nemen aan het jeugdwerk. Daarom blijft het belangrijk, zegt het jaarverslag, om aan werving te doen.

In het verslagjaar gingen er 73 kinderen meer naar de -12 kinderclubs (bedoeld voor kinderen van 8 tot 12 jaar), waardoor het totaalaantal kinderen op de kinderclubs nu 2891 bedraagt. De tienergroepen (gericht op jongeren van 12 tot 16) stegen met 131 leden tot 4006. Het aantal leden van de +16 verenigingen daalde van 3061 (2000) naar 2997 (2001).

De JBGG wijst in het jaarverslag op een grote diversiteit onder jongeren. Er zijn zoekende jongeren die vragen hebben bij de Bijbel, die echtheid en antwoord verwachten. Er zijn ook jongeren bij wie je iets van innerlijke betrokkenheid op de Heere en Zijn dienst merkt. Er zijn ook dubbele jongeren. „’t Lijkt er aan de buitenkant op dat ze wel meedoen, maar die innerlijk geen belangstelling tonen.” De JBGG ziet ook rebellerende jongeren, die uitblinken in tegendraadse opvattingen, en onverschillige jongeren, bij wie het niet lukt om echt contact te krijgen.

Dan zijn er ook nog jongeren die zeggen dat ze het verlossingswerk van Christus al kennen, die kanttekeningen hebben bij de preek „en menen dat veel dominees blijven steken bij de bekering, terwijl het toch juist over de heiliging moet gaan. Het gevaar is niet denkbeeldig dat ze langzamerhand weggroeien van de eigen kerkelijke gemeenschap.”

De jeugdbond belegde in november 2001 een aantal opvoedingsondersteuningsavonden. Deze werden bijgewoond door 332 bezoekers. De winterconferenties (onder het thema ”De weg tot God”) werden bezocht door 775 jongeren.

Het aantal abonnees op het kerkelijk jongerenblad Daniël verminderde met 22. Eind 2001 waren er 11.569 betalende lezers. In het verslagjaar werd afscheid genomen van bondsvoorzitter ds. J. Driessen (Doetinchem). In zijn plaats werd gekozen ds. W. Visscher (Amersfoort).