Het onderzoek begon in 2003 voor het eerst nadat werd vastgesteld dat de botten in een Spaanse tombe van Columbus waren, maar kwam twee jaar later tot stilstand omdat het onderzoeksteam wilde wachten op betere DNA-technologieën.

De onderzoekers moesten in 2005 grote monsters van de botten nemen voor uiteindelijk maar „heel weinig informatie”, aldus onderzoeksleider José Antonio Lorente. Omdat zij dat niet wilden doen, werd besloten de studie tijdelijk op te schorten. De professor aan de universiteit van het Spaanse Granada wordt bij het weer opgepakte onderzoek geholpen door twee universiteiten in Italië en de Verenigde Staten.

De kleine botresten die door de universiteit van Granada worden bewaard, zullen de onderzoekers vergelijken met de lichamelijke overblijfselen van vermoedelijke familieleden van Columbus en het DNA van levende mensen met dezelfde achternaam in landen waar de zeevaarder mogelijk vandaan komt.

De uitslag van het DNA-onderzoek wordt in oktober verwacht. Hoewel de hoofdonderzoeker hoopt op een overtuigend bewijs over de afkomst van Columbus, zegt hij dat het mogelijk is dat het onderzoeksteam niet genoeg goede monsters kan verkrijgen om een tot een conclusie te komen. „Het doel is om zoveel mogelijk informatie aan te bieden die historici en experts kunnen interpreteren”, aldus Lorente.

Columbus maakte jarenlang ontdekkingsreizen voor het Spaanse koningshuis, wat uiteindelijk leidde tot de kolonisatie van Noord- en Zuid-Amerika door Europese landen. Veel historici geloven dat Columbus werd geboren in Genua, een stad in het noordwesten van Italië.