KPN wil zijn abonnees vanaf 1 februari radio- en tv-programma’s aanbieden via de netwerken van de kabelbedrijven. De onderneming stelde gisteren dat zij sinds het begin van de zomer „tevergeefs” met UPC tot onderhandelingen probeert te komen. „UPC weigert een aanbod te doen en wil ook niet met KPN overleggen.” Het bedrijf roept nu de hulp in van Opta. Die zou dan ook moeten bepalen hoeveel KPN voor de toegang tot UPC’s netwerk moet betalen.

Opta gaat het verzoek van KPN bekijken, maar wil niet op voorhand zeggen of het telecomconcern gelijk heeft met zijn beroep op de Telecommunicatiewet. „Daar moeten experts zich over buigen”, zei een woordvoerder van de toezichthouder.

UPC deed KPN’s oproep vrijdag af als „een publiciteitsstunt.” Een zegsman wees de suggestie dat UPC niet met KPN wil overleggen, eveneens van de hand. „In september heeft UPC KPN een brief gestuurd met de vraag meer duidelijkheid te geven. Daarop hebben we niets meer vernomen.”

Volgens KPN schreef UPC in die brief echter ook dat het kabelbedrijf niet verplicht is zijn netwerk open te stellen. „En een gesprek werd geweigerd”, zei een KPN-woordvoerder gisteren.

Volgens de UPC-zegsman wil KPN toegang tot het kabelnetwerk, omdat het bedrijf „zenuwachtig wordt van de toenemende concurrentie op telefoniegebied.” UPC breidt zijn aanbod in telefonie via de kabel momenteel in rap tempo uit en voegt zich daarmee bij de bedrijven die klanten van KPN afsnoepen. Daardoor heeft het telecomconcern al langere tijd minder klandizie op het netwerk van vaste telefonie.

Voor zijn radio- en televisieplannen heeft KPN niet alleen het kabelnetwerk van UPC nodig, maar ook dat van onder meer Essent en Casema. „We hebben de tien grootste aanbieders aangeschreven. De contacten bevinden zich in een verschillend stadium. Met sommige zijn we in gesprek, met UPC duidelijk niet”, stelde de KPN-woordvoerder.