Al jaren kampt het ministerie met onderhoudsproblemen van kazernes en kantoren. Dat komt onder meer omdat er lang te weinig geld was voor onderhoud door bezuinigingen. De ergste tekortkomingen worden intussen al wel aangepakt. Maar volgens de Rekenkamer heeft de minister van Defensie geen zicht op de staat van de gebouwen.

De Rekenkamer gaf vorig jaar al een „flinke waarschuwing” aan het ministerie over het vastgoed, zei president Arno Visser van de Rekenkamer bij de overhandiging van het Verantwoordingsonderzoek aan de Tweede Kamer. Er is volgens hem nu echt actie nodig en de controleur spreekt van een „ernstige tekortkoming”. Een veilige werkomgeving is volgens hem essentieel voor de krijgsmacht.

Defensie bezit zo’n 11.000 gebouwen en 34.000 hectare oefenterreinen. „Het onderhoudswerk stapelt zich op en het achterstallig onderhoud neemt steeds verder toe. In de nabije toekomst dreigt deze situatie nog te verergeren. Het budget, dat nu al ontoereikend is, wordt volgens interne ramingen na 2022 bijna gehalveerd”, aldus de Rekenkamer.

Vorige maand kwam naar buiten dat Defensie overweegt om 35 tot 40 procent van zijn vastgoed af te stoten. Meer dan de helft van de panden is ouder dan veertig jaar. Veel zijn aan het einde van hun levensduur. Ook president Visser denkt dat het ministerie „er niet aan ontkomt om een deel van het vastgoed te vervreemden”.

In een reactie op het rapport zegt Defensie al jaren te weinig geld te krijgen om alle opgedragen taken uit te kunnen voeren. Het departement wijst erop dat er stappen zijn gezet om het beheer van de vastgoedportefeuille te verbeteren. Maar fundamentele keuzes over het vastgoed zal het nieuwe kabinet moeten maken.

Het beheer en onderhoud van gebouwen is in handen van het Rijksvastgoedbedrijf dat valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Als eigenaar zorgt Defensie voor het budget en de kaders waarbinnen het onderhoud en nieuwbouw moeten plaatsvinden. De werkrelatie tussen beide organisaties was ook niet altijd optimaal.