De slapeloze nachten van premier Johnson
De relatie tussen de Britse premier Boris Johnson en de Noord-Ierse premier Arlene Foster ging in korte tijd van prettig warm naar ijskoud. Ze noemde hem in oktober 2019 nog een „fantastische vriend van de Britse unie.” Foster komt echter van een koude kermis thuis. Johnson, haar „vriend”, blijkt uiteindelijk toch een andere visie op de eenheid van het land te hebben dan zij.
Na de lovende woorden van Foster spreekt de Britse premier namelijk met Brussel af dat Noord-Ierland na de brexit een speciale status krijgt. Dat zorgt er vandaag de dag voor dat er geen grens tussen Ierland (EU) en Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) is. Een grens op het eiland is iets wat zeer ongewenst is gezien de historische gevoeligheid daarvan. Toch moest er na de brexit ergens een grens komen, vanwege nieuwe douanecontroles. De oplossing: in de Ierse Zee, tussen Noord-Ierland en de rest van het Britse koninkrijk.
Dat is absoluut onacceptabel voor Foster en haar partij, de Democratic Unionist Party (DUP). Deze voorstanders van Britse eenheid voelen zich nu onnodig en onterecht afgesloten van de geliefde unie. Zij willen Ierse én Britse open grenzen. De loftuitingen van de Noord-Ierse premier veranderen vrij snel in afwijzingen. Toch komt zij ook binnen haar eigen partij onder vuur te liggen. Hoe had zij zo’n verkeerde inschatting kunnen maken? Foster kondigt vervolgens eind april haar vertrek aan wanneer een meerderheid binnen de DUP aangeeft het vertrouwen in haar kwijt te zijn.
De partij kiest vrijdag een nieuwe leider. De keus is tussen Edwin Poots, de Noord-Ierse minister van Landbouw, Milieu en Platteland, en Jeffrey Donaldson, parlementariër in het Britse Lagerhuis. Het vertrek van Foster en de opvolging door één van deze twee mannen zijn niet bepaald een opluchting voor Johnson. Het zal de premier eerder slapeloze nachten bezorgen. Zowel Poots als Donaldson heeft een duidelijke boodschap voor Londen: ik ga wel echt de strijd met je aan om de speciale status van Noord-Ierland van tafel te krijgen. Of in de woorden van Poots: laten we „actie ondernemen tegen de Europese Unie en de Britse regering voor de schade die zij aan alle inwoners van Noord-Ierland toebrengen.”
Als er iets is wat Johnson op dit moment liever wil vermijden, dan is dat een publiekelijk gevecht met zijn partners in Noord-Ierland die net als hem voor Britse eenheid zijn. Zeker nu hij er hard aan werkt om het koninkrijk bijeen te houden. De premier kondigde niet voor niets deze week aan een Unie-top te organiseren, om te bespreken hoe ze gezamenlijk sterker uit de coronapandemie kunnen komen. Deze uitnodiging kwam nadat zaterdag de pro-onafhankelijkheidspartijen samen de meeste zetels ooit in het Schotse parlement wonnen.
Ook in Noord-Ierland is de situatie niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Uit onderzoek van de Belfast Telegraph bleek vorige week dat steeds meer mensen, vooral jongeren, zich niet per se Brits voelen, eerder Noord-Iers. Dat kan potentieel een gevaar vormen voor de eenheid van de Britse unie. Hoeveel slapeloze nachten bezorgt dat de premier van een nu nog verenigd koninkrijk? Duidelijk is wel dat geen enkele Britse premier de geschiedenisboeken in wil gaan als degene die er niet in slaagde om het land bijeen te houden.