Noorderlicht zichtbaar in noorden van Nederland
In het noorden van het land was in de nacht van woensdag op donderdag het noorderlicht te zien. Op sociale media deelden verscheidene mensen een foto waarop een glimp van het licht te zien is. Het noorderlicht is erg lastig te zien met het blote oog, maar met een camera kunnen de kleuren wel mooi vastgelegd worden, legt Philippe Schambergen van Buienradar uit.
Jannes Wiersema, „hobby-weeramateur”, liet het fraaie groen-paarse licht in een foto zien, maar Schambergen ontdekte dat dit een foto uit 2015 is. Sytse Schoustra wist de „groene zweem” in de nacht van woensdag op donderdag vanaf Terschelling wel vast te leggen en zegt het noorderlicht ook met het blote oog waargenomen te hebben. Jordy van den Berg wist het poollicht vanaf Ameland te fotograferen.
Het noorderlicht heeft te maken met de activiteit van de zon. De zon is een onstuimige kolkende vuurbal waar soms uitbarstingen voorkomen. Bij zo’n uitbarsting, ook wel zonnestorm genoemd, wordt in één klap een grote hoeveelheid geladen deeltjes het heelal in geslingerd. Het poollicht ontstaat doordat geladen deeltjes van de zon met enorme snelheden botsen met stikstof- en zuurstofdeeltjes hoog in onze atmosfeer.
Het noorderlicht, ofwel aurora borealis, is meestal alleen te zien in gebieden dicht bij de poolcirkel. Maar het kan ook verder „uitzakken” naar het zuiden en in Nederland te zien zijn, aldus Weerplaza. Of het ook daadwerkelijk te zien is, heeft ermee te maken of er opklaringen zijn of niet. Vooraf werd door veel mensen al gehoopt een glimp van het noorderlicht op te kunnen vangen, en uiteindelijk bleek het vannacht helder genoeg.
De zon heeft een cyclus van 11 jaar, vertelt Schambergen, waarin de zon 5,5 jaar in activiteit toeneemt en de andere 5,5 jaar weer afneemt. „De zonneactiviteit zit nu juist in een dieptepunt, dus het is vrij uitzonderlijk dat het juist nu gebeurt”, zegt hij. De komende jaren neemt de activiteit van de zon weer toe en dus is er meer kans het noorderlicht nog eens te spotten. „Maar het blijft uitzonderlijk, hoogstens een paar keer per jaar.”