Ahold Delhaize probeert de hogere corona-omzet vast te houden nu economieën wereldwijd langzaamaan verder opengaan. Tijdens de coronacrisis kochten veel consumenten meer eten omdat de horeca gesloten was, maar ook omdat ze thuis werkten in plaats van op kantoor.

De onderneming merkt op dat de vergelijkingsbasis een jaar na het begin van de crisis lastiger wordt. In het eerste kwartaal steeg de omzet van het bedrijf met bijna 6 procent tot 18,3 miljard euro. In de Verenigde Staten ging het om 3,6 procent groei. Europa was goed voor 9,4 procent omzetstijging.

De kwartaalwinst kwam uit op 550 miljoen euro. Dat was een jaar eerder nog 644 miljoen euro. De onderliggende winst zal in vergelijking met 2019, het laatste jaar van voor de crisis, in de dubbele cijfers uitkomen. Eerder werd hier van enkelcijferige groei uitgegaan.

Met name online deed Ahold Delhaize goede zaken. De online-omzet steeg afgelopen kwartaal met bijna 104 procent tot 2,7 miljard euro. Vooral in de Verenigde Staten namen de onlineverkopen door consumenten een vlucht met een groei van 188 procent. In Europa werd bijna 79 procent meer online verkocht. Om de groei bij te benen werd ook extra in de onlineactiviteiten geïnvesteerd.

Waar de crisis voor hogere opbrengsten zorgde, zadelde deze Ahold Delhaize ook op met hogere kosten. Dan gaat het onder meer om maatregelen die genomen werden om veilig te werken. Bij elkaar ging het om 150 miljoen euro. Verder gaf Ahold Delhaize afgelopen kwartaal bij elkaar 20 miljoen euro extra aan goede doelen en maatschappelijke projecten zoals de Voedselbank, het Rode Kruis, ziekenhuizen en andere initiatieven.

Volgens topman Frans Muller van Ahold Delhaize zorgt de aanhoudende groei ook voor steeds meer werkgelegenheid. Zo werden in heel 2020 ruim 45.000 mensen extra aangenomen. Ook in het eerste kwartaal werden duizenden mensen aangetrokken.

Mensen die in andere sectoren hun baan verloren, zoals in de horeca of op Schiphol, konden voor werk bij Ahold Delhaize terecht. Dat kwam de supermarktonderneming zelf ook goed uit omdat het door reisrestricties lastiger was om personeel uit Oost-Europa te werven. Muller erkent dat het vinden van geschikt personeel voor het bedrijf een uitdaging blijft. Dat zal zeker zo zijn nu de economieën verder opengaan en mensen weer in hun ‘eigen’ sector aan het werk willen.