Dow-Jonesindex voorbij 35.000 punten, maar eindigt toch in de min
De Dow-Jonesindex op de beurzen in New York heeft maandag voor het eerst ooit boven de 35.000 punten gestaan. Maar later zakte het sentiment van beleggers op Wall Street toch wat in, waardoor de toonaangevende graadmeter alsnog met een klein koersverlies de handel uit ging. Vooral techfondsen moesten het ontgelden bij beleggers door zorgen over de inflatie. Wanneer die hard oploopt zou dat namelijk kunnen betekenen dat de Federal Reserve de rente sneller gaat verhogen, en dat zou vooral voor techaandelen ongunstig zijn.
De Amerikaanse aandelenbeurzen maken al langer een flinke opmars door. Dat is vooral te danken aan optimisme over de voortgang met vaccineren en de omvangrijke coronasteun van de Amerikaanse overheid om de economie te helpen. Tegelijk doemt echter een ‘inflatiespook’ op, zoals economen van ING de situatie onlangs omschreven.
Hoewel er volgens de Federal Reserve nog geen structureel hogere inflatie lijkt te gaan komen, zijn beleggers hier volgens de deskundigen niet helemaal gerust op. Toen de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen vorige week dinsdag opperde dat de Amerikaanse rente in de komende periode wat zou moeten stijgen om de economie niet te laten oververhitten, daalden plots de koersen op de aandelenmarkten. Nadat ze later die dag haar woorden nuanceerde en stelde dat ze niet gelooft dat er een inflatieprobleem in het verschiet ligt, herstelden de beurzen toen wat.
Maandag speelden de zorgen weer op. Typische techaandelen als Tesla en Apple leverden respectievelijk ruim 6 en bijna 3 procent in. Techbeurs Nasdaq ging 2,6 procent omlaag naar 13.401,86 punten. De Dow-Jonesindex bereikte in de loop van de handelsdag met 35.091,56 punten een nieuw tussentijds record, maar eindigde 0,1 procent lager op 34.742,82 punten. De breed samengestelde S&P 500 verloor 1 procent tot 4188,43 punten.
Veel aandacht was er ook voor olie nu een belangrijke pijpleiding naar de Amerikaanse oostkust stilligt vanwege een hack. Het bedrijf Colonial Pipelines werd eind vorige week gehackt en zette uit voorzorg daarop een aantal systemen uit. Daardoor kwam de oliedistributie stil te liggen. De onderneming heeft inmiddels laten weten dat de meeste systemen tegen het einde van deze week weer moeten werken. Een vat Amerikaanse olie werd 0,2 procent goedkoper op 64,79 dollar. Brentolie verruilde voor 68,17 dollar per vat van eigenaar, een daling van eveneens 0,2 procent.
Verder steeg biotechnologiebedrijf BioNTech meer dan 10 procent. Die onderneming verhoogde zijn omzetverwachting als gevolg van de enorme vraag naar zijn coronavaccin. Ook sloot het Duitse bedrijf, dat ook een notering heeft in New York, een samenwerkingsverband met het Chinese Fosun Pharma. Dat bedrijf was tot nu toe alleen distributiepartner maar BioNTech en Fosun gaan nu ook vaccins produceren in China.
De euro was 1,2141 dollar waard, tegen 1,2169 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.