Toegespitst: Man en vrouw schiep Hij hen
Dat God de mens geschapen heeft als man en vrouw, gelijkwaardig maar toch ook verschillend qua aard en positie, staat tegenwoordig van alle kanten onder druk. Wat vroeger normaal was geldt nu als verwerpelijk. Dat heeft ingrijpende consequenties.
Wie vijftig jaar geleden voorspeld zou hebben dat je over enkele decennia zou kunnen kiezen of je man of vrouw wilde zijn, zou door velen vermoedelijk voor gestoord zijn verklaard. De biologische gegevens waren op dit punt toch duidelijk genoeg. Orthodoxe christenen zouden tevens verwezen hebben naar het scheppingsverhaal. God schiep de mens als man en vrouw.
Toch zijn we anno 2021 zover. In betrekkelijk korte tijd is in de westerse wereld de gedachte gangbaar geworden dat dit een kwestie van keuze is. Zoals je in je leven allerlei keuzes kunt maken en moet maken. De maatschappij dient dat te accepteren. In het informele sociale verkeer, maar ook op officiële documenten.
Gevoelens en vrijheid
Twee fundamentele gedachten zijn hier bepalend. In de huidige, postmoderne cultuur zijn niet de objectieve lichamelijke kenmerken maar de gevoelens doorslaggevend. Hoe je je voelt, zo ben je. Een authentiek mens laat zich leiden door zijn diepste gevoelens.
Wie durft daar bij de ander tegen in te gaan? Door te stellen dat je je wat wijsmaakt als je beweert dat je man bent, terwijl je toch overduidelijk als vrouw werd geboren.
Daarnaast staat in onze maatschappij de menselijke vrijheid centraal. Vrijheid van meningsuiting, vrijheid in levensstijl, vrijheid in het aangaan en verbreken van relaties. Was het toch eigenlijk niet een onduldbare aantasting van je vrijheid dat de natuur (of volgens de gelovigen God) bepaalde of je als man of vrouw ter wereld kwam? Aan jou was nooit iets gevraagd. Voortaan moet dat anders zijn.
Ook de simpele tweedeling van man of vrouw voldoet niet meer. Zo’n zwart-witbeeld beperkt veel te veel onze keuzemogelijkheden. In een inclusieve samenleving moet meer mogelijk zijn. Vandaar dat de afkorting lhbti steeds verder uitdijt.
Verstoring
Uiteraard weten we niet wat er nog gaat komen, maar voorlopig is dit wel de meest ingrijpende verstoring van het Bijbelse mensbeeld. Maar het staat natuurlijk niet op zichzelf. Over de hele linie zijn we in de hedendaagse maatschappij ver weggegroeid van het Bijbelse spreken over man en vrouw. Ga maar na.
God schiep de mens als man en vrouw (Genesis 1:27). Het huwelijk is ingesteld opdat man en vrouw elkaar levenslang tot hulp en steun zouden zijn, om het menselijk geslacht in stand te houden en om seksuele losbandigheid te voorkomen.
De Bijbel weet ongetwijfeld van de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Beiden zijn geschapen naar Gods beeld (Genesis 1:27). In Christus Jezus is „geen man en vrouw” (Galaten 3:28). Maar evenzeer spreekt de Bijbel over hun ongelijke positie. Dat wordt verbonden aan heel fundamentele noties als schepping (1 Timotheüs 2:13), zondeval (1 Timotheüs 2:14) en verlossing (1 Korinthe 11:3, Efeze 5:23).
Evenzo wordt gesproken over de vereiste onderdanigheid van de vrouw. Moderne mensen zal dat als een vloek in de oren klinken. Maar wie zich door de Bijbel wil laten gezeggen, kan daar niet omheen. Gezagsposities passen een vrouw niet. Al kunnen zich bijzondere situaties voordoen. Overigens weerklinkt ook de oproep om in de gemeente aan elkander onderdanig te zijn in de vreze Gods (Efeze 5:21).
Bijbels kader
Als het gaat om de vrouw in het ambt, in vanouds orthodoxe kerken tegenwoordig een hevig strijdpunt, is het daarom van belang om niet alleen te verwijzen naar de zogenaamde zwijgteksten in de Bijbel, maar die ook te plaatsen tegen de achtergrond van de Bijbelse man-vrouwverhouding in het algemeen. Dat Bijbelse kader is ook relevant voor discussies in de SGP over de politieke rol van de vrouw. Ook daar dreigen Bijbelse noties verloren te gaan.
Het probleem daarbij is wel dat dit Bijbelse kader bij velen in de kerk is zoekgeraakt. Buiten en binnen de kerk zijn velen tegenwoordig van mening dat mannen- en vrouwenrollen inwisselbaar moeten zijn. Vandaar dat men zich druk maakt over het glazen plafond waar vrouwen nog steeds mee geconfronteerd worden. Over achterstanden die in een te langzaam tempo worden ingelopen, zodat de wetgever eraan te pas moet komen.
Ook in orthodoxe kring weten velen geen raad meer met het Bijbelse spreken over de man-vrouwverhouding. Of het nu de politiek betreft, de kerkelijke ambten, het huwelijk of homoseksuele relaties. Dat geldt voor de jongere generatie, maar zeker niet alleen daarvoor.
Dus moet er wat op gevonden worden. Men weet het tegenwoordig beter dan Paulus; de Bijbel is op dat punt cultuurgebonden of het behoort niet tot het wezen van de Bijbelse boodschap. Zo probeert men zich eruit te redden. Maar volgens onze catechismus houdt een waar geloof alles voor waarachtig wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft.
Wie de Bijbel ten aanzien van deze punten in het publieke leven wil naspreken, moet rekenen op felle reacties. Niet alleen via Twitter en andere media, maar zelfs ook in de justitiële sfeer. De Bremense predikant Latzel is wat dat betreft niet de enige.
Aandacht
Maar hoeveel aandacht krijgen deze zaken in reformatorische kring? Wanneer heeft de dominee hier het laatst over gepreekt? Kunnen we ons dat nog herinneren of was het nog nooit het geval?
Wat in de brede maatschappij normaal gevonden wordt, dringt geleidelijk door in de kerk. Ook in kerken die zich Bijbelgetrouw noemen. Ook als het gaat om zaken die duidelijk in strijd zijn met de Bijbelse leer. Dat is een ernstige zaak. De fundamenten worden omgestoten.
Het is nooit gemakkelijk om tegen de tijdgeest op te tornen. Zeker niet bij deze onderwerpen. Gelijkheid van man en vrouw, acceptatie van homoseksuele relaties en sinds kort ook ruimte voor genderdiversiteit worden tegenwoordig met een religieus fanatisme uitgedragen. Wanneer echter in de kerk en in allerlei christelijke verbanden weinig of geen tegenwicht geboden wordt, kan men zeker niet verwachten dat die Bijbelse uitgangspunten daar bewaard blijven.