Weinig Nederlandse ontvangers gaven Duits oorlogspensioen op
Slechts één op de vijf Nederlanders die een Duits oorlogspensioen heeft ontvangen, gaf dit op bij de fiscus tussen 2015 en 2019. Dat meldt demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief (Fiscaliteit) aan de Tweede Kamer. De Belastingdienst gaat daarom kijken of achterstallige belasting of premies alsnog kunnen worden verhaald, „in gevallen waarin een uitkering ten onrechte niet in de aangifte is opgenomen”. De ontvangers die helemaal geen belastingaangifte hebben gedaan, worden gevraagd dit alsnog te doen.
Het gaat om Nederlanders die voor Duitsland vochten en in de Tweede Wereldoorlog schade hebben opgelopen. Omdat Nederland lange tijd niet wist om wie het ging, kon niet worden gecontroleerd of de ontvangers over hun pensioen belasting betaalden.
Op vragen van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt kwam Vijlbrief met cijfers over de ontvangers van het veelbesproken oorlogspensioen. De Belastingdienst ontving recent een lijst met de ontvangers. De Duitse autoriteit die hierover gaat, heeft hierover op verzoek van het kabinet openheid gegeven, meldde de staatssecretaris in januari.
Uit de gegevens blijkt dat de Nederlandse ontvangers, waaronder oud-SS’ers, in 2015 gemiddeld 3519 euro kregen. Het gemiddelde bedrag was in 2019 4237 euro. Het gaat om 69 ontvangers, van wie 37 mensen waren overleden op het moment dat de Belastingdienst de lijst kreeg.