Alles en in allen
Kolossenzen 3:11b
„Maar Christus is alles en in allen.”
Sommige dingen stelt de apostel voor als een stelling: „Maar Christus is alles en in allen.” In deze woorden merken we Christus op. Zijn Naam is zoet, „Zijn Naam is een olie die uitgestort wordt” (Hooglied 1:3). Het was Jobs wens: „Och, of nu mijn woorden opgeschreven werden! Och, of ze in een boek ook werden ingetekend! Dat ze met een ijzeren griffie en lood, voor eeuwig in een rots gehouwen werden” (Job 19:23). En mijn wens is: „Och, dat deze Naam, deze zoete Naam, Christus, door de pen en griffie van de Heilige Geest in ons hart geschreven en voor eeuwig ingegraveerd zou worden!”
De Naam Christus heeft, naar het woord van Chrysostomus, duizenden schatten van vreugde in zich verborgen. Hetgeen hiervan gezegd wordt, is alles en in allen. Christus is geheel volheid, geheel zoetigheid. Hij is alles wat men bedenken en wat men wensen kan. Wie Christus heeft, kan niet méér hebben, want Christus is alles. Jezus Christus is de kern van alle goed; Hij is alles.
Soms wordt het geloof gezegd alles te zijn. „Want in Christus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid; maar het geloof door de liefde werkende” (Galaten 5:6). Het geloof is alles voor zover het een werktuig en middel is om Christus aan te grijpen, Die ons allen zalig maakt; zoals iemand door het aangrijpen van een tak behouden wordt.
Thomas Watson, predikant te Londen
(”Preek over Kolossenzen 3:11”, 1665)