Laanboomhuis in Opheusden moet samenwerking boomkwekers bevorderen
De boomkwekers in de gemeenten Neder-Betuwe, Overbetuwe en Buren hebben voortaan een ontmoetingsplek voor samenwerking, innovatie en scholing: het Laanboomhuis in Opheusden.
Tot nu toe huurde Tree Centre Opheusden (TCO) kantoorruimte bij een boomkweker in Dodewaard. Dat had ook wel iets, vindt voorzitter Goos Cardol. „Te midden van de bedrijfsactiviteiten. Die zag je, die hoorde je, die rook je als het ware. Maar met een eigen plek waar mensen uit de sector elkaar spreken, verwante ondernemers en belangstellenden ontvangen en waar trainingen gegeven worden, bundelen we beter onze krachten.”
Cardol en vaktechnisch adviseur Björn Kohlmann hebben hun bureaus nu in het Laanboomhuis. Het pand staat nog in het bouwzand, groen wordt binnenkort aangeplant. Geleidelijk aan wordt ook een assortimentstuin ingericht. „Daarin gaan we op kleine schaal de laanboomteelt nabootsen. De tuin maakt het groeiproces van de verschillende bomen zichtbaar. Jaar 1, jaar 2, jaar 3, tot en met het stadium dat ze worden afgeleverd.”
Het Laanboomhuis symboliseert samenwerking en kracht, stelt Cardol. „De boomkwekerijsector was lange tijd zeer verdeeld. Drie organisaties gingen pas in 2015 samen in TCO. Nu ziet de sector steeds meer het belang van samenwerking in. Er wordt meer kennis gedeeld dan voorheen. Zo’n 160 kwekers zijn bij ons aangesloten. De organisatiegraad ligt tegen de 100 procent. Men hoort er graag bij, ook omdat men dan toegang heeft tot de handelssite die informeert over vraag en aanbod.”
Met ruim 900 arbeidsplaatsen en een oppervlakte van 1800 hectare is de laanboomteelt een voorname bestaansbron in Opheusden en omgeving. Van alle in Nederland geteelde laan- en sierbomen komt circa 40 procent uit dit gebied. Esdoorn, linde en prunus zijn de belangrijkste soorten. Zo’n 70 procent is bestemd voor groothandel en export (waarvan 11 procent naar landen buiten de Europese Unie), 15 procent voor hoveniers in Nederland, 10 procent voor tuincentra. Cardol: „Webwinkels zijn een nieuwe loot. Vijf, zes kwekers hebben er één, waardoor ze direct contact hebben met Jan, Piet en Klaas overal in Nederland en zelfs daarbuiten.”
De laanboomsector staat er volgens Cardol goed voor. „Bomen zijn nu zeer gewild, binnen en buiten Nederland, omdat ze bijdragen aan de oplossing van het klimaatvraagstuk. Ze houden water vast, ze zetten koolstof om in zuurstof, vangen fijnstof af en zorgen voor verkoeling en welbevinden.”
R
ap tempo
Ook het onderwijs is bij het Laanboomhuis betrokken. Helicon Opleidingen geeft er boomteeltlessen aan studenten van de beroepsbegeleidende leerweg. „Onze toekomstige arbeidskrachten, middenkader en wellicht ondernemers”, aldus Cardol. Contacten zijn er ook met Wageningen Universiteit en de hogere agrarische school in Den Bosch. „Belangrijk, want innovatieslagen volgen elkaar in rap tempo op. Vanuit de markt aangestuurd, vanuit de techniek, door overheidsbeleid, door verwachtingen van klanten, omdat de concurrentie er ook mee bezig is of vanuit eigen inventiviteit. Er zit volop dynamiek in de sector. Wendbaar blijven en ontwikkelingen begrijpen, begint met kennis, scholing en inzicht.”
Cardol ziet veel vernieuwing in de regio. „Besturing met GPS, wisselteelt om de bodemkwaliteit op peil te houden, groenbemesting, methoden die koolstof uit de atmosfeer vastleggen in bodem en wortels. Onze kwekers zijn een bescheiden volkje. Ze steken de handen behoorlijk uit de mouwen en lopen niet op te scheppen over innovaties, maar die gebeuren hier gewoon.”