Techbedrijven trekken Amerikaanse beurzen omhoog
De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn vrijdag met winst gesloten na een tegenvallend banenrapport. Daardoor is het risico dat de Amerikaanse koepel van centrale banken de Federal Reserve binnenkort stopt met het afbouwen van zijn coronasteun afgenomen. Beleggers zetten vooral grote techbedrijven als Apple, Google-moeder Alphabet en Microsoft hoger.
De Dow-Jonesindex steeg 0,7 procent en bereikte een recordstand van 34.777,76 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 0,8 procent omhoog en reikte ook tot een recordstand, op 4232,60 punten. Techbeurs Nasdaq klom 0,9 procent tot 13.752,24 punten.
Het banenrapport van de Amerikaanse overheid viel veel slechter uit dan verwacht. In april kwamen er 266.000 banen bij, terwijl economen in doorsnee op 1 miljoen nieuwe banen hadden gerekend. In maart waren er nog 770.000 banen bijgekomen in de Verenigde Staten.
Beleggers zagen de haperende banenmotor als een teken dat de economie nog niet oververhit raakt. Dat betekent dat de Fed niet aan de rente zal tornen en ook nog obligaties op zal blijven kopen. Ze grepen daarom terug op techbedrijven die het tijdens de coronacrisis goed hadden gedaan. Apple werd 0,5 procent hoger gezet, Alphabet dikte 0,6 procent aan en Microsoft kreeg er 1,1 procent bij.
Farmaceuten Pfizer en BioNTech hebben een aanvraag ingediend om hun coronavaccin in de VS voor mensen vanaf 16 jaar toe te staan. Daarmee zijn de farmaceuten de eerste die een volledige vergunning voor het middel hebben aangevraagd. Het aandeel Pfizer won 1 procent. BioNTech koerste ruim 9 procent hoger.
Verder zakte Beyond Meat 7 procent. Het verlies van de maker van vleesvervangers viel veel hoger uit dan waar kenners in doorsnee op hadden gerekend. Ook qua omzet wist het bedrijf niet aan de gemiddelde verwachting te voldoen. Volgens Beyond Meat heeft de crisis de vraag naar zijn producten in restaurants verminderd.
Financieel dienstverlener Square van Twitter-baas Jack Dorsey kwam met beter dan verwachte resultaten en won 4,2 procent. De onderneming profiteerde onder andere van een groeiende vraag naar bitcoin-transacties.
De euro stond op 1,2164 dollar, net als bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie steeg 0,3 procent in prijs tot 64,87 dollar. Brentolie werd 0,2 procent duurder op 68,23 dollar per vat.