Kerk & religie

„Zendingskaart is totaal gewijzigd”

De zendingskaart van de wereld is in 75 jaar totaal gewijzigd. Ooit scheepten in Rotterdam de zendelingen in voor een reis naar de tropen. Nu telt de stad groeiende migrantenkerken die zelf missionair present zijn. Drs. W. van Laar, directeur van de Nederlandse Zendingsraad (NZR), vindt dat westerse kerken deze wereldwijde omslag in de zending moeten erkennen.

K. van der Zwaag
12 November 2004 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:52
UTRECHT – Drs. W. van Laar, directeur van de Nederlandse Zendingsraad: „De apostel Petrus had geen zilver of goud, maar wat hij had dat gaf hij. De kracht van het Evangelie is nu veelmeer in het arme Zuiden te vinden.” Foto Erik Kottier
UTRECHT – Drs. W. van Laar, directeur van de Nederlandse Zendingsraad: „De apostel Petrus had geen zilver of goud, maar wat hij had dat gaf hij. De kracht van het Evangelie is nu veelmeer in het arme Zuiden te vinden.” Foto Erik Kottier

„Tweederde van het christendom leeft op het zuidelijk halfrond, het Westen is nu een minderheid in de wereldkerk.” De NZR bestaat 75 jaar en viert zaterdag, samen met de migrantenkerken, zijn jubileum in Rotterdam onder het thema ”De wereldkerk op een vierkante kilometer”. De raad telt achttien kerkgemeenschappen als leden, een breed gezelschap. Leden zijn onder andere de Protestantse Kerk en -sinds kort- de Christelijke Gereformeerde Kerken.

De NZR werd in 1929 opgericht naar het voorbeeld van de Internationale Zendingsraad (IMC). Onder leiding van de zendingstheoloog dr. Joh. Verkuyl nam de organisatie actief deel aan de wereldwijde missionaire beweging. De polarisatie tussen de ”oecumenicals” en de ”evangelicals”, ontstaan sinds de jaren zestig rond de politieke koers van de Wereldraad van Kerken, is wat Van Laar betreft achterhaald. „Het persoonlijk behoud van mensen en de wijdere aspecten van het Koninkrijk van God zijn geen tegenstellingen meer, maar horen bij elkaar. Dat hebben vooral de niet-westerse christenen ons geleerd.”

Van Laar definieert zending als „het winnen van mensen voor Christus.” Maar zending is meer dan het winnen van zielen. „De kerken in het Zuiden laten zien dat verlossing alles te maken heeft met het concreet gestalte geven aan het Evangelie in helende gemeenschappen, waarbij ook de vragen rond armoede en rijkdom en gerechtigheid een rol spelen.

De zending is eeuwenlang vanuit het Westen verricht en heeft veel goeds gebracht, maar we zien nu ook dat het Evangelie vaak met de westerse cultuur vereenzelvigd is geweest. Belangrijke vooronderstellingen daarvan, zoals consumentisme, materialisme en kapitalisme, staan haaks op het Evangelie.”

Die kritische kijk blijkt ook van de kant van de islam. „Het Westen toont waarden die een belemmering zijn voor de doorwerking van het christelijk geloof. Als wij ons niet meer onderscheiden van de heersende cultuur, kunnen we dan nog wel geloofwaardig het Evangelie met moslims communiceren?

Het blijkt dat christenen uit de derde wereld dicht staan bij gematigde moslims in hun verzet tegen de decadente kanten van de westerse samenleving. Christenen uit het Zuiden zien bijvoorbeeld de aanslagen op 11 september in Amerika ook als een aanslag op de door hen gewantrouwde militaire en economische macht van het Westen.”

Vanuit de Bijbel zijn er heel wat kritische vragen te stellen over de islam als religie, stelt Van Laar, „maar juist in deze tijden moeten christenen veel meer zij aan zij staan met moslims als zij gestigmatiseerd worden. Opmerkelijk vind ik de berichten dat er in de Arabische wereld steeds meer moslimvolgelingen van Jezus komen, vaak door dromen en visioenen bij het Woord gebracht. De Geest van God waait waar Hij wil, en dat wil ik ook openhouden.

Respect voor de heiligheid van God, het geven van aalmoezen en een kritische houding ten opzichte van de decadente kanten van de westerse cultuur zijn zaken die we met moslims delen. Maar met behoud van ons getuigenis. Een oprechte moslim verwacht ook dat we van ons geloof getuigen, niet verlegen of schuchter.”

De zendingskaart is de afgelopen 75 jaar compleet gewijzigd. De zendingsbeweging was, zo blijkt volgens Van Laar achteraf, een product van de Verlichting, een beweging van het rijke Noorden naar het arme Zuiden. „Nu is de beweging van het Zuiden naar het Noorden. De sterke groei van de pinksterkerken en de charismatische groepen onttrekt zich volkomen aan onze controle. De kerken daar laten een enorme vitaliteit zien, vooral daar waar christenen in de marge van de samenleving verkeren, lijden en toch vreugde in de navolging van Jezus tonen.”

vraag (u14(Levert deze beweging ook niet een grote spanning op: de doorgaans behoudende christenen daar en de overwegend liberale en tolerante christenen hier?

„Ja, christenen uit de derde wereld worden wel eens als conservatief bestempeld. Je moet bij hen blijven luisteren. Wat je bij hen ook kunt aantreffen, is een omgang met God in de gewone dingen van het leven, het besef van de eenheid van het leven en een sterke gemeenschapszin.”

Nederland is een zendingsland geworden, benadrukt Van Laar, evenals Europa. „De migrantenkerken zit het getuigen echter in het bloed. Christenen in het Westen hebben zich vaak te zeer laten inkapselen in de westerse cultuur. De migranten zouden ons het vreemdelingschap weer kunnen leren.

Ik zie verrassende parallellen met de beginperiode van de christelijke kerk. In Antiochië ontstond de kerk niet door het werk van de apostelen, maar door vluchtelingen die berooid waren maar wel het Evangelie uitdroegen. Het Woord van God wordt in zwakheid volbracht. Petrus had geen zilver of goud, maar wat hij had dat gaf hij. De kracht van het Evangelie is nu veelmeer in het arme Zuiden te vinden. Die omslag vergt van ons als westerse kerken een herziening van onze zendingsorganisatie en -structuren.”

Volgens Van Laar beginnen de Nederlandse kerken te leren hun vensters te openen voor niet-westerse kerken, maar is er nog een lange weg te gaan. „Het bijbelboek Handelingen eindigt met het „onverhinderd” prediken van het Koninkrijk. Ook wij mogen de Geest ruimte geven als Hij zich bedient van nieuwe kanalen. Het was in de eerste eeuw moeilijk voor de christenen om de weg van de Geest te volgen in de doorbraak naar de volken. Zo reageert de kerk ook nu vaak verkrampt ter wille van haar eigen verworvenheden en instituten. Ze dreigt daarmee de wereldwijde beweging van de Geest in de weg te staan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer