British Airways-moeder begint 2021 ook diep in het rood
Luchtvaartonderneming IAG, het moederbedrijf van onder andere British Airways en Iberia, heeft het eerste kwartaal van het jaar afgesloten met een operationeel tekort van dik 1,1 miljard euro. Net als sectorgenoten kampt IAG met de gevolgen van de coronacrisis waardoor er veel minder wordt gereisd.
De maatschappijen onder de paraplu van IAG verwelkomden in de eerste maanden nog geen vijfde van het aantal reizigers in vergelijking met de situatie van voor de crisis. In het huidige kwartaal rekent de onderneming op circa een kwart van het aantal reizigers ten opzicht van het aantal mensen dat in het tweede kwartaal van 2019 aan boord stapte van een IAG-vlucht.
Om de crisis door te komen heeft ook IAG zijn kosten flink omlaag gebracht. Daarin is IAG niet uniek. Ook de ontwikkeling bij de vrachtdivisie, die op volle toeren draaide, is vergelijkbaar met die van sectorgenoten. In totaal werden door de IAG-maatschappijen 1306 vrachtvluchten uitgevoerd. Die zorgden ervoor dat er 350 miljoen euro aan inkomsten werden gegenereerd. Een recordbedrag voor een eerste kwartaal, aldus het bedrijf.
De totale omzet van IAG zakte op jaarbasis met bijna 79 procent tot 968 miljoen euro. De inkomsten die passagiers genereerden lagen bijna 90 procent onder het niveau van vorig jaar. Verder liep de schuld met bijna een vijfde op tot bijna 11,6 miljard euro. Vanwege de grote onzekerheden rond de crisis waagt IAG zich niet aan voorspellingen voor het hele jaar.