De reus Pantagruel komt voor in romans geschreven door François Rabelais. Iedere pagina van het prentenboekje, waarmee op het succes van de romans werd voortgeborduurd, toont een compleet andere figuur: dikbuikig of gebocheld, de een met een snavel, de ander met een slurf.

De Vereniging Rembrandt maakte de aankoop mede mogelijk. Ook de Stichting Lucas van Leyden droeg bij. „Deze parade van fantasiewezens laat zien wat er gebeurde als kunstenaars in de 16e eeuw hun verbeelding de vrije loop gaven. Een aankoop die past in de fantastische traditie van Bosch en Bruegel tot aan het surrealisme”, aldus directeur Fusien Bijl de Vroe van de vereniging.

De aankoop is een mooie schakel in de collectie, vindt Boijmans ook zelf. Al sinds de jaren 60 bouwt het museum, dat ook werken van Bosch en Bruegel heeft, aan een collectie surrealisme in Nederland. Dat is de stroming die figuren, situaties en combinaties laat zien die eigenlijk niet als zodanig bestaan.

„Ook in het verleden waren er kunstwerken met surreële motieven, zoals de Songes drolatiques”, zegt Boijmans. Die hadden ook later invloed. Zo bedacht Salvador Dalí daar in 1973 variaties op, die hij uitwerkte in een reeks van 23 litho’s.