Schotland laat zich met verkiezingen uit over onafhankelijkheid
De inwoners van Schotland kiezen donderdag een nieuw parlement. De stembusgang wordt ook wel gezien als een peiling onder de bevolking over het wel of niet organiseren van een onafhankelijkheidsreferendum.
De Schotse Nationalistische Partij (SNP) van premier Nicola Sturgeon hoopt op een absolute meerderheid van de zetels, zodat in Londen een nieuw referendum over de onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk geëist kan worden. De Britse regering moet namelijk toestemming geven voor zo’n volksraadpleging, iets dat de Britse premier Boris Johnson naar verwachting niet zal doen.
Volgens de laatste peilingen stevent de SNP af op een verkiezingswinst, maar is het nog niet duidelijk of de partij een absolute meerderheid van de zetels zal krijgen. De nationalisten kunnen mogelijk samenwerken met de Schotse Groenen. Die partij is eveneens voor onafhankelijkheid en heeft volgens de peilingen tien zetels, wat genoeg is voor een meerderheid. Volgens kenners staat de SNP er in Londen echter sterker voor als de partij in het parlement zelf een absolute meerderheid vormt.
De laatste keer dat de SNP een meerderheid van de 129 zetels in het parlement bemachtigde, was in 2011. De partij slaagde er vervolgens in de toenmalige Britse premier David Cameron onder druk te zetten zodat er een onafhankelijkheidsreferendum kon worden gehouden. 55 procent van de Schotse bevolking gaf in 2014 aan bij het Verenigd Koninkrijk te willen blijven. Volgen Johnson is de kwestie daarmee afgedaan.
Bij de vorige verkiezingen werden de stemmen na het sluiten van de stembureaus geteld, maar vanwege de coronapandemie gebeurt dat nu pas een dag later. De resultaten worden op vrijdag en zaterdag bekendgemaakt.