KPN verliezer op beurs na afwijzen overnamevoorstellen
KPN was maandag de grote verliezer bij de hoofdfondsen op de Amsterdamse beurs. Het telecomconcern wees twee overnamevoorstellen van buitenlandse investeerders af zonder onderhandelingen te voeren met de potentiële kopers. Voor beleggers die speculeerden dat er wellicht een voor hen lucratieve overname van KPN in de maak was, betekende dat een teleurstelling.
KPN leverde uiteindelijk 2,6 procent aan beurswaarde in. Eerder op de dag was het koersverlies nog groter. Het bedrijf bevestigde de „ongevraagde” overnamevoorstellen van het Zweedse EQT en het Amerikaanse Stonepeak en een bod van het Amerikaanse KKR te hebben afgewezen. De voorstellen zijn volgens KPN zorgvuldig afgewogen maar dragen volgens het bedrijf niet bij aan de ingezette strategische koers. Topman Joost Farwerck zei eerder al dat KPN het financieel goed voor elkaar heeft en de hulp van investeerders niet nodig heeft.
Verder was het een tamelijk rustige beursdag. In Londen hadden beleggers een vrije dag en er werd vooral gewacht op de vele bedrijfsresultaten die later in de week naar buiten komen. Op de beurzen die wel open waren was het sentiment positief. De AEX-index op Beursplein 5 sloot 0,7 procent hoger op 712,13 punten. De MidKap dikte 0,2 procent aan tot 1039,24 punten. De hoofdindexen in Parijs en Frankfurt wonnen tot 0,7 procent.
Zorgtechnologieconcern Philips profiteerde van een sterk kwartaalbericht van de Duitse concurrent Siemens Healthineers en won 1,7 procent. Siemens Healthineers schroefde zijn omzetverwachtingen voor dit jaar op, mede dankzij de sterke vraag naar zijn coronasneltesten. Het aandeel dikte een kleine 2 procent aan in Frankfurt.
Op de Duitse beurs steeg Lufthansa verder bijna 3 procent. Beleggers reageerden verheugd op het nieuws dat de Duitse luchtvaartmaatschappij vluchten gaat aanbieden naar ruim honderd vakantiebestemmingen. In Amsterdam won concurrent Air France-KLM 1,4 procent. Siemens Gamesa zakte bijna 4 procent. De Duitse maker van windturbines waarschuwde dat de winst dit jaar lager kan uitvallen dan eerder werd verwacht.
De euro was 1,2062 dollar waard, tegen 1,2034 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie werd 1,4 procent duurder op 64,44 dollar. Brentolie steeg 1,3 procent in prijs tot 67,63 dollar per vat.