Bos vreest dat kabinet radicalisme onderschat
PvdA–leider Bos kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het kabinet het islamitisch radicalisme nog steeds onderschat. Het is geen „integratieprobleem op polderformaat", zoals het kabinet volgens Bos doet voorkomen, maar een internationaal georganiseerde en gefinancierde politieke beweging.
Dat heeft de PvdA–leider donderdag gezegd tijdens het debat over de moord op filmmaker Theo van Gogh in de Tweede Kamer. Bos juicht de voorstellen die het kabinet heeft gedaan, wel toe en toont zich bereid „werkelijk elke suggestie op te pakken die ertoe kan bijdragen dat we grip krijgen op dit gevaar."
De problemen zijn volgens de PvdA–voorman niet alleen op te lossen met „maatregelen rond paspoorten, moskeeën en een tandje erbij voor de task force jeugdwerkloosheid", al spelen die wel een rol. Zelf stelt hij bijvoorbeeld voor om over drie jaar imams uit het buitenland geen verblijfsvergunning meer te geven. Met die maatregel verwacht Bos de oprichting van een imamopleiding in Nederland een duwtje in de rug te geven.
Net als andere fracties zette ook Bos vraagtekens bij de beslissing om Van Gogh niet beter te beschermen en verdachte Mohammed B. niet intensiever te volgen. Hij noemde de conclusie van het kabinet dat de juiste beslissingen zijn genomen „angstaanjagend", omdat ze de vraag oproept of het systeem wel werkt. Misschien ook moeten de inlichtingendiensten wel veel meer of heel andere mensen in de gaten houden. Misschien hebben die diensten gewoon te weinig capaciteit.