Tijdelijke EU-wetgeving voor ingrijpen bij online kindermisbruik
De EU voert tijdelijke wetgeving in om het opsporen en melden van online kindermisbruik legaal te maken. Door een uitzondering in te voeren op nieuwe privacyregelgeving die sinds december in de EU van kracht is, kunnen online platforms toch ingrijpen als er een gerede verdenking is van kindermisbruik bij mail- of chatverkeer.
De tijdelijke wetgeving kan na een akkoord tussen het Europees Parlement en de lidstaten worden ingevoerd. Daardoor is het ondanks de nieuwe EU-privacywet mogelijk om kindermisbruik te detecteren, daders te identificeren en aan te geven, en het materiaal te verwijderen. De Europese Commissie komt nog deze zomer met een definitieve wet om online en offline kindermisbruik te bestrijden, aldus een woordvoerder. Maar het kan wel drie jaar duren voor die in de EU in werking treedt.
„De tijdelijke maatregel biedt juridische houvast bij het opsporen en rapporteren van kindermisbruik en het verwijderen van berichten, zowel voor gebruikers als de aanbieders van online berichtendiensten”, zegt vicevoorzitter Margrethe Vestager van de commissie. „Tegelijk zorgt de wet voor de nodige waarborgen voor de bescherming van de fundamentele rechten van gebruikers.”
Naar schatting een op de vijf kinderen in Europa heeft volgens de commissie te maken met een vorm van seksueel geweld. Door de coronapandemie en thuisisolatie is er een forse toename van activiteiten op sociale media, via onlinenetwerken en op het darkweb. Ook zijn er meer meldingen van kindermisbruik bij hulplijnen.
Momenteel gebeurt het opsporen en melden van kinderpornomateriaal door internetbedrijven op vrijwillige basis. Het dagelijks EU-bestuur wil dat in de nieuwe wetgeving gaan verplichten. Door de nieuwe privacywetgeving van december vorig jaar was ingrijpen bij mail- of chatverkeer van bijvoorbeeld kinderlokkers juridisch niet meer mogelijk.