Net als Eliäzer van Praag een eenling in de familie
Hij werd van orthodox Joods overtuigd gereformeerd, had zeventien kinderen bij twee vrouwen, verdiende de kost als boekverkoper en uitgever en sloot zich aan bij de groep rond ds. J. P. Paauwe. Hoe verging het de nazaten van Eliäzer van Praag?
De uiterlijke overeenkomst tussen Jake van Praag (74) en grootvader Eliäzer is onmiskenbaar. De zoon van Jacob van Praag was negen jaar toen zijn ouders met hun kroost naar Australië emigreerden, in navolging van Bram van Praag, het zeventiende kind van Eliäzer. Later volgden Benjamin en Helena. „Jaap Swaab, een zoon van de dochter uit het eerste huwelijk van mijn grootvader, ging als eerste”, weet Jake. „Amerika en Australië werden gezien als de landen van onbegrensde mogelijkheden.”
De herinneringen van Jake aan zijn opa zijn beperkt. „Voor kinderen was hij niet erg toegankelijk; die moesten vooral hun mond houden. Zo nu en dan liep ik met hem mee naar de kerk van ds. Paauwe. Je was blij als je een zitplaats kon vinden, zo veel mensen trok deze predikant. Meer dan eens stond ik de hele dienst.”
De contacten met de familieleden in Nederland verflauwden na de emigratie. Geld om ze te bezoeken was er niet, telefoneren was peperduur. „Voor zover ik weet bleef alle familie in Nederland na de dood van ds. Paauwe thuislezen, net als mijn grootvader. Een deel vervreemdde van het christelijk geloof. Mijn nicht Mirjam, een dochter van oom Aart, is weer gegrepen door het jodendom.”
Ouderling
Ook de naar Australië geëmigreerde nazaten van Eliäzer van Praag bleven thuislezen, samen met telgen van vier andere Nederlandse families. Jake sloot zich als jongvolwassene aan bij de Free Presbyterian Church van Sydney, waar hij in 1987 tot diaken en drie jaar later tot ouderling werd verkozen. Zijn vader en tante Helena kerkten er kortstondig; zij konden de druk van de familie niet weerstaan.
„Omdat wij naar een kerk gingen, werden we outcasts. Ik had alleen nog contact met Jaap Swaab. Die was lid van de Dutch Reformed Church van Sydney. Twee zusters van me sloten zich aan het eind van hun leven bij een gemeente aan, mijn oudste zus volgde later hun voorbeeld. Ook onze kinderen, klein- en achterkleinkinderen behoren allemaal tot een kerk. Daar dank ik de Heere elke dag voor.”
De levensbeschrijving van zijn grootvader las Jake van Praag met grote belangstelling, al riep het boek ook vragen bij hem op. „Hij liet zich dopen op grond van zijn overtuiging dat Jezus de beloofde Messias was. Ik weet niet of hij Hem persoonlijk als Verlosser van zijn zonden leerde kennen. Daarover lees ik niets in zijn autobiografie, maar wellicht was die daar ook niet voor bedoeld. Heel boeiend vind ik dat wat hij schrijft over de oudtestamentische Bijbelgedeelten die hem overtuigden van de waarheid van het christelijk geloof. Die ging ook ik daardoor met andere ogen lezen.”
Eenzaam
Bij een bezoek aan een gemeente in Canada kreeg Martina Voorwinden-van Praag (42), dochter van Jake, van kerkgangers de vraag of ze misschien een nazaat was van Eliäzer van Praag. „Tijdens de oorlog had mijn overgrootvader bij hun familie ondergedoken gezeten. Opvallend vind ik dat mensen die hem hebben gekend, heel verschillend over hem oordelen. Van zeer positief tot uitgesproken negatief.”
Aan haar jeugd denkt de inwoonster van Gouda, moeder van vijf zoons en eigenaar van een coachingsbureau voor overbelaste vrouwen, met gemengde gevoelens terug. Vanwege de complexe verhoudingen binnen de familie Van Praag. Moeder Nella behoorde tot de thuislezersfamilie Jol. „Daarmee hadden we betere contacten, al werden we niet echt geaccepteerd. De kinderen uit die paauweaanse families trouwden met leeftijdgenoten uit dezelfde kring en vormden met elkaar een gesloten club. Toen een van die jongens met mij contact zocht, werd dat verboden. Verkering met een meisje dat naar de kerk ging, was uitgesloten. In onze eigen gemeente in Sydney had ik geen leeftijdgenoten. Daardoor heb ik me vaak eenzaam gevoeld.”
Holocaust
Pas op de middelbare school kreeg ze werkelijk besef van haar Joodse wortels. „Ik was een jaar of 15 toen bij geschiedenis de Holocaust werd behandeld, en ik de stamboom van onze familie ging bestuderen. Bij veel personen uit de familie van mijn overgrootvader stond als plaats van overlijden: Auschwitz, Dachau, Dachau, Auschwitz… Dat greep me enorm aan. Eliäzer had door zijn bekering vrienden bij wie hij kon onderduiken; zij niet.”
Tijdens de studie geschiedenis aan de universiteit van Sydney groeide haar belangstelling voor het leven van haar overgrootvader. „We hadden zijn autobiografie, maar ik beheerste geen Nederlands. Dick Vermeulen, ouderling in onze gemeente, heeft het boek voor me vertaald. Veel wist ik al van mijn vader, maar het was bijzonder om het levensverhaal van Eliäzer nu zelf te kunnen lezen.” Wat haar vooral trof, was de overeenkomst tussen zijn positie en die van haar ouderlijk gezin. „Hij werd uitgestoten omdat hij christen werd, wij omdat we kerkelijk waren geworden.”
Opvallend in de ommekeer van haar overgrootvader vindt ze de sterk intellectuele erkenning dat Jezus de Messias is. „Hij spreekt niet zozeer over een persoonlijke aanvaarding van Jezus als Zaligmaker. Uit mijn eigen leven weet ik het verschil. Als jong meisje kon ik heel goed uiteenzetten wat rechtvaardiging inhoudt, maar pas tijdens mijn universiteitsjaren kwam het tot een bevindelijk verstaan ervan. Toen werd Jezus het centrum van mijn leven. Mijn hárt veranderde. Dat aspect kom ik in de bekeringsgeschiedenis van Eliäzer niet zo tegen, waarbij ik me realiseer dat zijn situatie onvergelijkbaar was met die van iemand die opgroeit in een christelijke familie met gelovige ouders. Ik kan me niet voorstellen dat hij alles wat hij had, opgaf zonder waar geloof in Christus.”
Trouwring
Vader Jake weet zich door zijn afkomst sterk betrokken op het Joodse volk. Vrijwel elke dag leest hij The Times of Israel, een Engelstalige digitale krant die in Israël wordt uitgegeven. Voor het actuele nieuws uit en over Israël. Hij ziet vooral uit naar de dag dat het deksel van ongeloof bij het Joodse volk zal worden weggenomen. „Daar wordt ook in onze kerk vaak voor gebeden. Wij geloven van harte dat de natuurlijke takken van de olijfboom weer ingeplant zullen worden. Israël blijft Gods volk.”
Martina draagt naast een trouwring ook haar verlovingsring nog. „Die wijst op de belofte, de trouwring op de vervulling, als symbolen van het Oude en het Nieuwe Testament. Door het lezen van het Oude Testament kwam mijn overgrootvader tot de erkenning dat Jezus de Messias moet zijn. Dat maakt zijn leven voor mijn vader en ook voor mij heel bijzonder.”
Diamantslijper
Vanwege tekort aan werk treedt Van Praag, diamantslijper van professie, in dienst bij Van den Berghs Boterfabriek in Rotterdam. Daar bezoekt Schoontje voor de gezelligheid soms de leeszaal voor Israëlieten van Zendingsvereeniging onder de Joden Mordechai, aan de Delftsche Vaart. Ze adviseert haar man daar ook eens naartoe te gaan. De gesprekken met onder meer voorzitter C. Suurland overtuigen hem van de waarheid van het christelijk geloof. Vanaf dat moment keert zijn vrouw zich tegen hem. Ook de familie stelt alles in het werk om hem tot andere gedachten te brengen.
Jodenzendeling
In 1907 pakt Van Praag in Amsterdam voor korte tijd zijn oude ambacht weer op. De Rotterdamse vrienden brengen hem in contact met Jodenzendeling F. W. A. Korff, werkzaam voor de Nederlandsche Vereeniging voor Israël. Die geeft hem catechetisch onderwijs. Voor Van Praags werkgever is de kerkgang van zijn knecht bij Korff, op Tweede Pinksterdag, reden voor ontslag. Met zijn gezin keert de diamantslijper terug naar Rotterdam. Daar laat hij zich, na een voorafgaand debat met opperrabbijn dr. Bernhard Ritter, op 21 juli 1907 dopen door de gereformeerde ds. J. J. Landwehr. Voor zijn vrouw is dat reden om hem te verlaten en met de kinderen weer naar Amsterdam te verhuizen. Door zijn moeder wordt hij onterfd, familieleden overwegen hem te vermoorden.
Bedreigingen
In 1909 weet Van Praag bij een bezoek aan Amsterdam de dan achtjarige Nathan mee te nemen. Vanwege bedreigingen door de familie vlucht hij naar vrienden in Leeuwarden. Daar wordt Nathan gedoopt door de gereformeerde ds. J. D. van der Munnik. Later krijgt Van Praag ook de naar een weeshuis gebrachte Klara onder zijn hoede. Zij wordt door ds. Landwehr gedoopt. De door Schoontje geïnitieerde scheiding van tafel en bed wordt op 23 september 1913 omgezet in een officiële scheiding. Eliäzer treedt drie weken later in het huwelijk met de hoogzwangere Stiena Adriaantje Bezemer, bij wie hij al twee kinderen heeft. Er volgen er nog elf.
Aanvankelijk woont het gezin in Rotterdam, later in Den Haag. Eliäzer verdient de kost als handelsreiziger, boekverkoper en uitgever. Oktober 1943 ziet hij zich gedwongen om onder te duiken. De rest van de oorlog verblijft hij bij vrienden, her en der in het land. Samuel en Ezechiël, de oudste en jongste zoon uit zijn eerste huwelijk, worden omgebracht in Auschwitz, net als hun moeder Schoontje en haar tweede echtgenoot. Klara is in 1938 al overleden, door een ongeval.
Autobiografie
In zijn onderduikperiode schrijft Van Praag de autobiografie ”Levenservaringen van een Israëliet van voor en tijdens de oorlog”, een boek dat hij in 1946 zelf uitgeeft. Eerder gaf hij al werk uit van de oudvaders Theodorus van der Groe en Willem Teelinck, met wie hij zich theologisch en geestelijk verbonden weet. Kerkelijk is hij terechtgekomen bij ds. J. P. Paauwe. Vanuit zijn Joodse achtergrond bewaart hij de gewoonte drie keer per dag geknield te bidden met het gezicht naar Jeruzalem. Na de dood van Paauwe, in 1956, gaat hij net als de meeste van diens volgelingen thuislezen. Stiena is dan al een jaar overleden. Het einde van Van Praag komt op 2 mei 1958. Zijn omvangrijke nageslacht raakt verspreid over de wereld. In 1980 brengt uitgeverij De Vuurtoren een heruitgave van de autobiografie van Van Praag op de markt. C. van Rijswijk beschrijft het leven van de bekeerde Jood in het kinderboek ”Eliazer, een ware Israëliet”.