Vrijdag belegt de stichting voor hulpverlening en Woordverkondiging rond Pretoria een online zendingsavond, verbonden aan de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Dan vertellen onder meer de veldwerkers Teunie Oosterwijk en Carianne van Holst vanuit Zuid-Afrika over het werk.

Hoe staat het werk ervoor in Zuid-Afrika?

„Onze twee veldwerkers zijn sinds begin april weer terug in Zuid-Afrika, nadat ze een jaar in Nederland zaten door corona. Ze waren bang dat ze deels opnieuw moesten beginnen met kinderen werven voor de Bijbelklassen. Dat bleek niet het geval. De Bijbelklassen die ze in Hammanskraal en Refilwe opgericht hebben, zijn nu groter dan een jaar geleden. De lokale zwarte bevolking heeft dit deze lessen op eenvoudige wijze in stand gehouden. De veldwerkers kregen een enthousiast onthaal door de kinderen. Wat ook hielp is dat ze in Nederland een taalstudie hebben gevolgd, en nu de mensen in hun eigen taal, het Sepedi, kunnen benaderen.”

Lag het werk tijdens corona verder stil?

„Deels. Er zijn wel voedselpakketten met Bijbels of meditaties uitgedeeld door lokale werkers en gemeenteleden van de gereformeerde gemeente in Nederland in Silverton (Pretoria). Dat gebeurde in samenwerking met de politie. Een vrachtauto vol voedsel loopt anders het risico geplunderd te worden. De noodhulp heeft ons geholpen om een gezicht te krijgen in de gebieden. Ook verzorgen een ouderling van de gemeente in Silverton en een lid die de lokale taal spreekt een keer per maand een Bijbelklas. Sinds een paar maanden is een veldwerker uit Zuid-Afrika, Cees van de Bogert, voor Bethlehem werkzaam. Hij is operationeel leidinggevende.”

Is het veilig voor veldwerkers?

„Het is niet onveiliger dan voorheen. Ze wonen in de omgeving van Pretoria, en moeten drie kwartier tot een uur rijden naar de plekken waar de Bijbelklassen zijn. Maar verzoeken van Nederlanders om daar stage te lopen of deze projecten te bezoeken slaan we op dit moment af. Daarvoor is de situatie te fragiel en het zou de Woordverkondiging en hulpverlening kunnen frustreren.”

De stichting wil het werk uitbreiden, vertelde u recent in het RD. Lukt dat?

„We zijn in gesprek met twee kandidaten voor veldwerker, maar de procedure loopt nog. Het zendingswerk is klein begonnen met ds. J. A. Weststrate en zijn vrouw. We leggen momenteel de laatste hand aan een meerjarenplan. Uitgangspunt bij hulpverlening is de zelfredzaamheid van de Zuid-Afrikaan te bevorderen. Kort gezegd: geef ze een hengel in plaats van vis. Op deze wijze wordt een ingang gevonden voor de Woordverkondiging. Met de voorgenomen uitzending van Job Bolier en Georg Lindhoud als evangelist in het najaar komt daar meer aandacht voor. Daar gaat het uiteindelijk om.”

Welke doelen heeft de stichting op de lange termijn?

„Een belangrijk doel is het op termijn stichten van een gemeente. We realiseren ons dat dit een hoge doelstelling is. Wel hopen we op afzienbare tijd een evangelisatieplaats te hebben. Uit de lokale bevolking komt ook het verzoek om diensten te beleggen op zondag. De evangelisten zullen geen erediensten organiseren omdat zij geen ambtsdragers zijn, maar ze kunnen wel Bijbelklassen beleggen. Op de zendingsvelden komen we vooral vrouwen tegen, mannen laten zich veel minder zien. Dat kan in de toekomst een probleem zijn bij het stichten van een gemeente, waarbij ook ambtsdragers verkozen moeten worden. Wat de hulpverlening betreft willen we inzetten op onderwijs aan tieners, vader-zoon programma’s, programma’s over hygiëne en het creëren van eenvoudige werkzaamheden. Dit alles met als doel hen met het Woord in aanraking te brengen.”