Proces begonnen tegen ASMLA-leiders in Denemarken
In Denemarken is het proces begonnen tegen leiders van een afscheidingsbeweging die terrorisme zou hebben gesteund in Iran. Het gaat om de Arabische Strijdbeweging voor de Bevrijding van Ahvaz (ASMLA), een organisatie die ook actief is in Nederland.
Drie leiders van de groep zitten in Denemarken al vast sinds februari 2020. Ze worden onder meer beschuldigd van spionage voor de inlichtingendienst van Saudi-Arabië, een belangrijke rivaal van Iran. Ook zouden ze de activiteiten hebben gesteund van de extremistische Jaish al-Adl.
Aanklagers zeggen dat de drie zo’n 4 miljoen euro hebben ontvangen via bankrekeningen in Oostenrijk en de Verenigde Arabische Emiraten. Het geld zou onder meer bestemd zijn geweest voor de gewapende tak van ASMLA. De verdachten ontkennen niet dat ze geld ontvingen uit het buitenland, maar spreken de terreurbeschuldigingen tegen.
Een van de mannen klaagde volgens zijn advocaat „dat ze worden vervolgd voor legitiem verzet tegen een repressief regime”. Het gaat volgens de strafpleiter om de eerste terreurzaak in Denemarken waarbij de vraag gesteld moet worden „wie een terrorist is en wie een vrijheidsstrijder”.
ASMLA wil een eigen staat voor etnische Arabieren in het olierijke zuidwesten van Iran. Dat leidde tot een conflict met de Iraanse autoriteiten dat ook wordt uitgevochten op Europees grondgebied. Zo werd ASMLA-oprichter Ahmad Mola Nissi in 2017 geliquideerd in Den Haag.
Ook een van drie verdachten was eerder het doelwit van een moordpoging. Dat gebeurde eind 2018 in Denemarken, in de nasleep van een bloedige aanslag in de Iraanse stad Ahvaz. Daar hadden schutters het vuur geopend tijdens een militaire parade.