VVD: notulen roepen vragen op, maar politieke opzet niet gebleken
De VVD vindt de manier waarop diverse bewindslieden uit het kabinet-Rutte hebben gesproken over Kamerleden „lelijk en ongepast”. Ook vindt de fractie dat VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen niet had moeten zeggen dat politici van coalitiepartijen zich niet kritischer zouden moeten opstellen dan leden van de oppositie. Dat zei waarnemend fractievoorzitter Sophie Hermans donderdag in het Kamerdebat over de vrijgegeven notulen van de ministerraad. Maar ze vindt niet dat is gebleken dat er om politieke redenen informatie is achtergehouden voor de Kamer.
„Renske Leijten, Pieter Omtzigt, Helma Lodders en Dennis Wiersma: stuk voor stuk kritische Kamerleden. En dat is niet vervelend, dat is niet lastig, dat hoort. Dat is ons werk”, zei Hermans. Ze vroeg haar partijleider Mark Rutte om een reactie op de kritiek van Van Nieuwenhuizen en wil weten of hij het achteraf met haar eens is dat haar opmerking over de kritische houding van de Kamerleden „ongepast” was.
„Lelijk”, vond ze, „de indruk dat het managen van ik noem het maar even het politieke proces belangrijker was dan het oplossen van het probleem of bespreken van het vraagstuk waar het eigenlijk over zou moeten gaan.”
Ze vroeg in dat licht ook naar de motieven van ministers van andere partijen, zoals Sigrid Kaag (D66) die eind 2019 in de ministerraad opmerkte dat de houding van politici van de coalitie wel binnen bepaalde kaders moest blijven. Of naar de houding van Ferd Grapperhaus (CDA), die volgens de notulen opmerkte dat „moet worden voorkomen dat openbaar gemaakte stukken steeds tegen staatssecretaris Snel worden gebruikt” en tot meer vragen uit de Kamer zouden leiden. Volgens Farid Azarkan (DENK) is dat toch echt een politiek motief, dat Sophie Hermans niet als zodanig wil erkennen. „Maar”, zei Hermans, „precies die zin roept ook bij mijn fractie vragen op.”