Tweede prik voor Zeeuw terwijl Gelderlander wacht op eerste dosis
Terwijl sommige Zeeuwse zestigers binnenkort al hun tweede dosis van het AstraZeneca-vaccin krijgen, zitten in Zuid-Holland en Gelderland nog mensen uit dezelfde leeftijdsgroep te wachten op hun eerste prik. Die scheve verdeling tussen de provincies komt naar voren uit het laatste tijdschema voor de coronavaccinaties. „Een lappendeken” noemt een woordvoerster van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) de planning.
Het AstraZeneca-vaccin is in Nederland momenteel alleen bestemd voor mensen tussen de 60 en 64 jaar. Jongere mensen die eerder al een dosis kregen, kunnen overigens wel hun tweede prik halen want de zeldzame bijwerkingen van het vaccin zijn uitsluitend gemeld na de eerste prik.
In vier provincies (Noord-Holland, Groningen, Friesland en Overijssel) hebben huisartsen de eerste prikken in één ronde verstrekt. In de acht overige provincies kon dat niet omdat de huisartsen niet meteen genoeg geleverd kregen om al hun patiënten uit de doelgroep te prikken. Wie nog geen eerste prik heeft gekregen, wordt daar de komende weken voor uitgenodigd. Het gaat vooral om mensen tussen de 60 en 62 jaar.
Huisartsen in Zeeland, Drenthe en Utrecht kregen vorige week de hiervoor benodigde vaccins al binnen. Limburg volgde maandag, Noord-Brabant en Flevoland later deze week, laat de LHV weten. Huisartsen in Zuid-Holland kunnen volgende week bestellen, hun collega’s in Gelderland moeten nog langer wachten. Wanneer zij hun volgende bestelling kunnen plaatsen, „wordt op korte termijn duidelijk”, aldus de LHV-woordvoerster.
In de tussentijd beginnen ook al leveringen voor de tweede prik die twaalf weken na de eerste moet worden gegeven. Volgens de huidige verwachtingen wordt volgende week in Zeeland de eerste partij vaccins voor een tweede dosis afgeleverd. Die planning is wel „aan veel verandering onderhevig”, waarschuwt de woordvoerster van de huisartsenvereniging.
In eerste instantie kregen ook andere groepen, zoals zorgpersoneel en mensen uit bepaalde risicogroepen, het vaccin van AstraZeneca. Daaraan kwam een einde toen minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid op advies van de Gezondheidsraad een leeftijdsgrens van zestig jaar instelde. Hij deed dat vanwege meldingen over trombose en een tekort aan bloedplaatjes. Die combinatie is inmiddels erkend als zeldzame bijwerking die zich voordoet bij minder dan 1 op de 100.000 prikken. Volgens het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) wegen de voordelen van het vaccin zwaarder dan de risico’s. Dat geldt volgens de toezichthouder voor iedere leeftijdsgroep. De Jonge wil daarom van de Gezondheidsraad weten of de leeftijdsgrens omlaag kan.